In 2018 publiceerden de Visfederatie, VisNed, Nederlandse Vissersbond en de Redersvereniging voor de Zeevisserij een brief met hun gezamenlijke visie over vissenwelzijn. De gehele brief is hier terug te vinden. In deze brief maakt de Nederlandse zeevisserijsector duidelijk dat ze hun ogen niet sluiten voor de discussie rondom vissenwelzijn. Ze stippen wel wat punten aan die volgens de sector moeten worden meegenomen in het voeren van de discussie, zoals:
- er is nog weinig onderzoek gedaan naar het effect van huidige vangst- en dodingsmethoden op het welzijn van vissen;
- er is meer wetenschappelijk inzicht nodig over pijnbeleving bij soorten waar de Nederlandse sector op vist;
- momenteel spelen er nog heel veel andere complexe dossiers die aandacht vergen van de visserijsector;
- dit thema moet op Europees niveau worden aangepakt om oneerlijke concurrentie te voorkomen;
- als vissen pijn en leed ervaren, dan moet er meer onderzoek komen naar praktische oplossingen bij de vangst en verwerking.
In dit artikel zullen we dieper ingaan op punt 1 tot en met 4. Over mogelijke praktische oplossingen aan boord (punt 5) kun je verder lezen in het artikel Vissenwelzijn aan boord. Punt 5 zullen we niet verder behandelen in dit artikel.
1 – Effect van huidige vangst- en dodingsmethoden
Op dit moment is er nog weinig bekend over de impact van in Nederland toegepaste vangst- en verwerkingsmethoden op het welzijn van vissen. Het onderzoek hiernaar is lastig, want hoe kun je de impact op het vissenwelzijn beoordelen? Er zijn veel factoren die van invloed zijn op het welzijn en het is voor iedere methode weer verschillend.
Er wordt de laatste tijd steeds meer onderzoek gedaan naar de impact van vangst- en verwerkingsmethoden en onderzoekers proberen manieren te ontwikkelen om de mate van belasting van de gevangen vis te beoordelen. Voor het beoordelen van het welzijn bij wild gevangen vis kijken onderzoekers naar de belasting op de vis. Hierbij is het sterfproces een extreme vorm van overbelasting.
Daarnaast weten we over sommige zaken inmiddels best veel dankzij onderzoek, bijvoorbeeld over de dodingsmethoden. Zo weten onderzoekers door onderzoek bij kweekvis wel wat de impact is van het doden van vis zonder bedwelming. Deze impact is negatief voor de vis en daarom raden de Wereldorganisatie voor diergezondheid en de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid aan om vissen eerst te bedwelmen voor het doden. Deze kennis kun je ook gebruiken voor de visserij, hoewel de praktische toepassing van bedwelmingsmethodes op een bewegend schip een heel ander verhaal is dan in een statische fabriek of slachthuis.
Meten van impact vangst- en verwerkingsmethode
Om de impact van een vangst- en verwerkingsmethode op het vissenwelzijn te beoordelen, kun je onderzoek doen naar de lichamelijke conditie van de vis. Het beoordelen van bijvoorbeeld pijn, stress en lijden is lastig, maar aan de hand van verwondingen aan de vis en de hoeveelheid sterfte kun je wel degelijk bepalen hoe groot de impact is op het welzijn van een vis. Daarmee is het beoordelen van de lichamelijke conditie een geschikte methode om het welzijn van vissen te beoordelen.
Het Belgische ILVO heeft onderzoek gedaan naar het beoordelen van de lichamelijke conditie door gebruik te maken van de volgende zaken, namelijk:
- Impact op reflexen
- Verwondingen
- Sterfte
We zullen deze 3 zaken hieronder verder toelichten. Het volledige rapport kun je hier lezen.
Impact op reflexen
Je kunt de impact op de reflexen van een vis testen. Verschillende methodes zijn onderzocht om met licht, geluid, zwaartekracht of aanraking de reactie van de vis op deze prikkels te bepalen. Een vis in goede conditie zal sterke reflexen vertonen en vissen met een slechtere conditie zullen minder sterke reflexen hebben. Je kunt dus stellen dat hoe zwakker de reflex van de vis op deze prikkels is, des te hoger is de impact van de vangst- en verwerkingsmethode op de vis. In onderstaande video van ILVO wordt dit verder toegelicht. Om dit echt te kunnen gebruiken zou je voor iedere vismethode en vissoort een beoordelingsmethode moeten opstellen.
Verwondingen
Ook kan er gekeken worden naar de verwondingen van de vis. Door vissen te beoordelen op verwondingen, kun je uiteindelijk ook iets zeggen over de impact van een vistechniek op de belasting. Voor sommige vissoorten zijn al methoden ontwikkeld, zoals de Catch Damage Index (CDI) die je in onderstaande tabel kunt zien. Hiervoor moet je wel verschillende beoordelingsmethoden opstellen per vissoort, want platvissen en rondvissen lopen andere soorten verwondingen op.
Sterfte
Tot slot kun je ook nog kijken naar de sterfte die een vismethode veroorzaakt. Hierbij gaat het zowel om de directe sterfte, als ook de latere sterfte die optreedt als gevolg van het vangst- en verwerkingsproces. Het deel van de vangst wat levend overboord gaat kan namelijk na enige tijd alsnog sterven als gevolg van dit proces. Hoe groter het aantal dode vissen in de vangst, des te slechter is de score op het gebied van belasting. Er zijn verschillende factoren die de sterfte kunnen beïnvloeden, zoals:
- vangstduur;
- diepte;
- optuiging vistuig;
- sleepsnelheid;
- snelheid van het net ophalen;
- type bodem (bijvoorbeeld veel of weinig stenen);
- blootstelling aan daglicht;
- blootstelling aan wisselende temperaturen; en
- tijd waarin de vis aan lucht is blootgesteld.
Door de impact van een vis- en verwerkingsmethode op het welzijn te beoordelen, kun je uiteindelijk ook vis- en verwerkingsmethodes met elkaar vergelijken. Daarnaast biedt dit ook de mogelijkheid om nieuwe/alternatieve methodes te beoordelen als het gaat om hun impact op het vissenwelzijn.
2 – Pijnbeleving verschillende vissoorten
Er zijn heel veel verschillende soorten vissen. Hierbij is de ene vissoort de andere niet en daarom zeggen onderzoeksresultaten behaald voor één bepaalde vissoort niet gelijk iets over vissen in het algemeen.
Het onderzoek naar vissenwelzijn is vooral gedaan op vissoorten die worden gebruikt in de viskweek. Onderzoek naar vissenwelzijn bij wild gevangen vissoorten is dunner gezaaid. Dit komt deels doordat kweekvis onder gecontroleerde omstandigheden wordt gehouden, waardoor het makkelijker is om ze te onderzoeken. Bij wild gevangen vis is dit moeilijker.
Verder zijn er ook dierproefvergunningen nodig voor sommige onderzoeken en daar komt aardig wat bij kijken. Ook heb je bij kweekvis vaak te maken met maar één vissoort, terwijl je bij wild gevangen vis vaak met een grote diversiteit aan vissoorten te maken hebt. Dit maakt onderzoek naar het effect van vismethoden op het vissenwelzijn een stuk lastiger, want dit kan verschillen per soort.
Niet alleen welzijn gewenste vangst
Daarnaast heeft de visserij niet alleen invloed op de doelsoorten. Vissers hebben ook invloed op het welzijn van de vissen die uit het net ontsnappen, maar ook op de vissen die terug in zee gaan, de discards. Bij het beoordelen van de invloed van vistechnieken op het vissenwelzijn is het dus ook van belang om rekening te houden met het welzijn van deze categorieën. Onderstaand overzicht geeft ook goed weer welke weg doelsoorten en bijvangstsoorten kunnen afleggen. Doordat deze weg per categorie verschilt, is het ook meer werk om de effecten van de visserij op het vissenwelzijn in kaart te brengen.
3 – Complexe dossiers die veel aandacht vergen van de visserij
De aandacht van de Nederlandse visserijsector richt zich momenteel op complexe dossiers zoals de aanlandplicht, het verbod op de pulsvisserij en het verlies aan visgronden door Brexit, offshore windparken en beschermde gebieden. Deze dossiers vormen een directe bedreiging voor het voortbestaan van vele Nederlandse visserijbedrijven. Vandaar dat de aandacht van de visserijsector zich momenteel vooral hierop richt.
Aanlandplicht
Het dossier rond de aanlandplicht heeft enkele raakvlakken met het thema vissenwelzijn. Zo lopen er meerdere onderzoeken binnen de visserijsector om selectiever te vissen. Selectievere vismethoden en netinnovaties zorgen ervoor dat er minder ongewenste vissen en bodemdieren worden bijgevangen of beschadigd, waarmee eventueel pijn en leed voorkomen kan worden. Uiteindelijk blijft voorkomen beter dan genezen.
Een hogere selectiviteit en het bijvangen van minder bodemvuil heeft natuurlijk ook een positieve invloed op de vangst, want deze raakt minder beschadigd in het net. Dit is gunstig voor de kwaliteit, het welzijn, maar ook voor het verbeteren van de overlevingskansen van soorten die niet onder de aanlandplicht vallen en weer terug overboord mogen. Daarnaast is een schonere vangst ook fijn voor de bemanning, want de vangstverwerking verloopt dan sneller en dit komt de rusttijd ten goede.
Ook zijn er verschillende onderzoeken die zich gericht hebben op het verhogen van overleving van de vangst. Alhoewel al deze onderzoeken zich niet specifiek richten op het welzijn van vissen, hebben ze wel invloed op het verbeteren van het welzijn van de gehele vangst. Zo zal een minder beschadigde vis een hogere overlevingskans hebben bij het terugzetten in zee en dit zorgt gelijk voor een welzijnsverbetering. Ook marktwaardige vis zal minder schade hebben en hierdoor van hogere kwaliteit zijn en langer houdbaar blijven.
4 – Europese aanpak voor vissenwelzijn
De aandacht voor vissenwelzijn groeit. Hierbij is de aandacht tot nu toe vooral op kweekvis gericht, maar komt het voor wild gevangen vis bij de beleidsmakers binnen de Europese Unie als onderwerp ook steeds hoger op de agenda te staan. Als visserij kun je hier op meerdere manieren mee omgaan. Je kunt een afwachtende houding aannemen waarbij je mogelijk in de toekomst geconfronteerd wordt met regels over vissenwelzijn. Je zou ook kunnen proberen om een meer betrokken en actieve houding aan te nemen. Dan kun je meedenken over hoe deze regels en de uitvoering ervan het beste bij de praktijk passen. Daarnaast blijf je bij met de ontwikkelingen en hoef je niet achteraf stappen te zetten.
Kortom biedt het ook kansen om te innoveren en jezelf te onderscheiden. Zo liggen er kansen door met de volgende punten aan de slag te gaan:
- Ontsnappingsmogelijkheden voor ongewenste vangsten die de vis niet beschadigen.
- De vangst minder beschadigd aan boord laten komen.
- Vissen minder te beschadigen tijdens de verwerking.
- Verdoven van marktwaardige vis.
Dit alles heeft zal leiden tot de volgende punten die ook in het belang zijn van de visser:
- Producten van een hogere kwaliteit met een langere houdbaarheid.
- Een hogere overlevingskans van discards.
- Een lagere welzijnsaantasting van discards en ontsnapte vangsten.