Transitie van de visserijvloot

Er staat veel te gebeuren op de Noordzee en dat gaat grote gevolgen hebben voor de visserij. Vandaar dat er gesproken wordt over een transitie van de visserijvloot. Zo wordt er volop gesproken over hoe de Noordzee optimaal ingericht kan worden voor alle huidige en toekomstige gebruikers. Daarnaast wordt er ook ruimte geclaimd voor de natuur in de vorm van beschermde gebieden.

Dit alles gaat grote gevolgen hebben voor de toekomst van de visserij op de Noordzee. Op dit moment is de visserijsector druk bezig om na te denken over die toekomst, daarbij is ook aandacht voor het type vissersschepen waarmee men die toekomst in wil gaan. Het staat vast dat een transitie van de vissersvloot nodig is om deze uitdagingen het hoofd te bieden.

Een kaart uit het Noordzeeakkoord met de visserijbeperkende maatregelen. — Onderhandelsakkoord voor de Noordzee juni 2020

Ruimte als uitdaging

De Noordzee is een drukke zee, volgens sommigen zelfs één van de drukste zeeën ter wereld. Tot de huidige gebruikers behoren de visserij, koopvaardij, olie- en gaswinning, zandwinning, defensie en recreatie.

Op dit moment liggen er plannen op tafel om de hoeveelheid offshore windparken de komende jaren flink uit te breiden op de Noordzee, zoals ook staat beschreven in het kennisdossier Wind op zee. Binnen deze offshore windparken is het momenteel niet toegestaan om te vissen. Daarnaast wordt er in de toekomst mogelijk ook ruimte gereserveerd voor zeewierteelt en de aanleg van eilanden voor opslag- en overslag van energie.

Er worden experimenten met zeewierkweek uitgevoerd op de Noordzee. — Groen Kennisnet

De komst van deze nieuwe gebruikers gaat gepaard met het verlies aan visgronden. Op de beschikbare ruimte die voor vissers overblijft zal het drukker worden, alhoewel er niet voor iedereen plek zal zijn. Vandaar dat er ook gesproken wordt over sanering van een deel van de vloot.

Voor het gedeelte van de vloot dat wel door kan- en wil gaan komt geld beschikbaar voor innovatie. Dit geld kan de visserijsector ook inzetten voor de overgang naar duurzame vissersschepen. Deze vissersschepen moeten namelijk wel toekomstbestendig zijn.

Ombouw of nieuwbouw

Bij de overgang naar een duurzame vissersvloot zal ieder bedrijf de keuze moeten maken om een bestaand schip om te bouwen of te investeren in een nieuw schip. Het is belangrijk om te beseffen dat het type schip afhankelijk is van de vistechniek die je wil toepassen. Aan het maken van de keuze tussen ombouw en nieuwbouw zitten wel enkele haken en ogen waar je rekening mee moet houden als visserijondernemer. Hieronder zie je een afbeelding die de leeftijd van de Nederlandse kottervloot weergeeft. Deze cijfers komen van Agrimatie.

In 2019 zijn net als het jaar ervoor zes nieuwe kotters aan de vloot toegevoegd: een twinrigger/flyshooter, twee schepen volgens het MDV-concept, een garnalenkotter, een eurokotter en een boomkorkotter. Deze laatste is een schip dat eerder aan de vloot werd onttrokken, maar in 2019 weer in gebruik is genomen. — Wageningen Economic Research

Ombouw

Voor veel van de huidige schepen zijn er mogelijkheden om het schip om te bouwen en geschikt te maken voor een andere vistechniek. Of ombouwen een interessante optie is hangt af van meerdere factoren. Zo moet een bedrijf niet alleen kijken naar de technische mogelijkheden, maar ook naar:

  1. quota;
  2. trackrecords;
  3. beschikbare vergunningen; en
  4. rentabiliteit.

Hieronder zullen we dit verder toelichten.

1 – Quota

De quota die je bezit moeten ook passen bij de visserijmethode die je wil uitoefenen. Als je bijvoorbeeld over gaat van de pulsvisserij naar de twinrigvisserij, dan zul je meer schol en minder tong quotum nodig hebben.

2 – Trackrecord

Verder hebben vissersschepen een trackrecord. Dit is de gebruikshistorie van een vaartuig. Zo’n trackrecord geeft het recht om met een bepaalde vistechniek in een bepaald visgebied te vissen.

Je moet beschikken over de juiste en voldoende quota om te kunnen vissen met een bepaalde vistechniek. — Nederlandse Vissersbond

3 – Beschikbare vergunningen

Naast het visdocument zijn er nog meer vergunningen waar je rekening mee moet houden, zoals:

  • Europese visvergunning;
  • Visvergunning voor een bepaald gebied (Noorse zone, Skagerrak, het Kanaal);
  • Natuurbeschermingswetvergunning (Nb-wetvergunning) voor bepaalde kustgebieden;
  • Geschikte vaarbevoegdheidsbewijzen; en
  • Vergunningen met betrekking tot bruto tonnage en/of kW’s van het schip.

4 – Rentabiliteit en vlootstructuur

Tot slot gaat het bij ombouw ook om rentabiliteit. Het is belangrijk om de verwachte effecten op kosten en opbrengsten voor en na de ombouw in kaart te brengen. Die effecten zijn ook afhankelijk van de vlootstructuur, dus het aantal schepen dat de overstap naar een andere vistechniek maakt. Hieronder is de structuur van de kottervloot in 2018 te zien. Als meerdere schepen bijvoorbeeld overstappen naar de visserij op een bepaalde doelsoort, dan kan het quotum voor die soort ook duurder worden. Een ander gevolg kan zijn dat, door een groter aanbod van de doelsoort, de prijs per kilogram zal afnemen. Daarnaast kunnen vissers letterlijk in elkaars vaarwater komen.

Al deze factoren samen bepalen of ombouw naar een bepaalde vorm van visserij meer of minder interessant is voor een visserijondernemer, zoals hier valt te lezen uit het rapport ‘Duurzame Noordzee kottervisserij in ontwikkeling‘.

De structuur van de kottervloot in 2018. Per groep zie je de mogelijke vistechnieken die toegepast worden of mogelijk toegepast kúnnen worden. — RVO, bewerkt door Wageningen Economic Research

Nieuwbouw

Als visserijondernemer kun je ook kiezen voor nieuwbouw. Hierbij kun je uitgaan van bestaande vistechnieken en schepen, maar je kunt ook kiezen voor een ander scheepstype en/of visserijtechniek. Het staat vast dat een vissersschip moet voldoen aan allerlei wet- en regelgeving om in de vaart te komen. Daarnaast moet een nieuw te bouwen schip economisch haalbaar zijn, want het is een aanzienlijke investering. Maar er zijn meer zaken waar je rekening mee dient te houden bij de keuze voor nieuwbouw. Zo heeft men het steeds vaker over de ambitie van Triple Z, welke staat voor ‘zero emission’, ‘zero accidents’ en ‘zero waste’. Hieronder lichten we deze Triple Z ambitie toe.

Het casco van MDV 2 in het dok bij Padmos. — ProSea

Zero emission – luchtemissies

Een belangrijke wereldwijde ontwikkeling is het terugdringen van luchtemissies. Er zijn verschillende probleemstoffen die uitgestoten kunnen worden door schepen in de lucht. Hieronder kun je een overzicht vinden van de belangrijkste probleemstoffen en waar die aan boord van een schip vandaan kunnen komen.

Een overzicht van de verschillende luchtemissies van schepen die problemen kunnen veroorzaken. De bovenste vier hebben vooral te maken met de brandstof en/of condities in de motor. Halonen en cfk’s hebben vooral te maken met het koelen aan boord. VOC’s hebben vooral te maken met de lading van schepen. — ProSea

Met name de uitstoot van CO2 door verbranding van fossiele brandstoffen is een aandachtspunt. Meerdere grote organisaties hebben doelstellingen voor het terugdringen van CO2. Voor de visserij zijn de belangrijkste doelstellingen vastgelegd:

Vandaar dat er grote veranderingen worden verwacht in scheepsontwerpen (lichter, minder weerstand), voortstuwingstechnieken (motoren) en brandstoffen. Dit alles draagt ook weer bij aan het terugdringen van het brandstofverbruik en brengt dus ook weer een kostenbesparing met zich mee voor het visserijbedrijf.

Zero accidents – Veiligheid en comfort

Naast oog voor het milieu en de economische resultaten van een schip moet er ook aandacht zijn voor veiligheid en comfort van de bemanning. Het beroep van visser staat wereldwijd nog steeds te boek als gevaarlijk en ieder jaar zijn er weer nieuwe doden te betreuren.

Reddingsboei ROS 171. — ProSea

Je ziet dat er bij de bouw van nieuwe schepen daarom steeds meer aandacht is voor ‘zero accidents’, oftewel voor veiligheid en comfort van de bemanning. Hierbij kun je denken aan:

  • lager geluidsniveau aan boord, dus meer rust;
  • klimaatinstallaties voor een aangename temperatuur;
  • goede zichtlijnen voor schipper in het stuurhuis;
  • ergonomische inrichting van brug, verwerkingsruimte en overige ruimtes aan boord;
  • drogen en verwarmen werkkleding met restwarmte; en
  • automatiseren van zware processen, zoals strippen van vis.
Het droogsysteem voor de werkkleding draait op restwarmte aan boord van de spes nova. — ProSea

Zero waste – afval en modulair bouwen

Afval is een onderwerp waar de visserij flink mee te maken heeft. Lees hierover in het kennisdossier ‘Zwerfvuil op zee‘.

Op sommige schepen wordt het afval al aan boord verzameld en gescheiden.

Binnen- en buiten de visserij is er toenemende aandacht en actie om afval op zee tegen te gaan of te verminderen. Dit zie je ook in de scheepsbouw terug. Hier is meer aandacht voor gebruikte materialen en hoe afval opgeslagen wordt aan boord. Hierbij wordt ook in toenemende mate naar het schip zelf gekeken. Het ontwerp van het schip bepaalt namelijk hoe makkelijk, efficiënt en schoon je het kan afbreken en recyclen.

Bij modulair ontwerpen en bouwen houdt men zich hiermee bezig. Bij modulaire scheepsbouw probeer je rekening te houden met het makkelijk en efficiënt aanpassen van het schip gedurende z’n levensloop. Dit maakt het ontmantelen ook makkelijker. In het volgende artikel ‘Modulaire scheepsbouw‘ zal hier dieper op worden ingegaan.