Internationale afspraken voor stikstof

Nederland moet zich houden aan internationale afspraken voor stikstof die gemaakt zijn binnen de EU of in wereldwijd verband. Voor het stikstofprobleem zijn met name afspraken over het Natura-2000 netwerk van belang. Andere relevante internationale afspraken zijn:

  • de Europese emissieplafonds;
  • de klimaatregels en;
  • IMO emissie-eisen voor de scheepvaart.

Hieronder zullen we de relevante internationale afspraken verder bespreken.

Natura 2000-netwerk

Alle EU-lidstaten zijn volgens de Vogel- en Habitatrichtlijn verplicht om natuurgebieden in een ‘goede staat van instandhouding’ te brengen. Daarnaast zijn lidstaten ook verplicht om de milieucondities te verbeteren. Natuurgebieden zijn aangewezen als Natura 2000-gebied om bepaalde dieren, planten en hun natuurlijke leefomgeving te beschermen en de biodiversiteit (soortenrijkdom) te behouden. De onder beide richtlijnen aangewezen beschermde gebieden vormen het Natura 2000-netwerk.

Iedere Europese lidstaat heeft zijn eigen waardevolle en kwetsbare natuurgebieden in kaart gebracht en voor de Natura-2000 gebieden doelstellingen opgesteld. Natura 2000-gebieden kunnen deels of geheel bestaan uit oppervlaktewateren. Zo zijn delen van de Noordzee, de Waddenzee, het IJsselmeer en de grote rivieren als Natura 2000-gebied aangewezen.

Overzicht van de Natura 2000 gebieden op zee. Bron: Noordzeeloket

Nederlandse Natura 2000-gebieden

Nederland heeft ruim 160 Natura 2000-gebieden. Hiervan hebben 118 natuurgebieden last van stikstof. Omdat Nederland zich verplicht heeft om de Natura 2000-gebieden in een goede staat van instand­houding te brengen, mag de biodiversiteit van beschermde natuurgebieden in ieder geval niet verder achteruit gaan. Hierdoor mogen nieuwe activiteiten en uitbreiding van bestaande activiteiten in de buurt van deze gebieden alleen plaatsvinden als de extra stikstofuitstoot zou worden gecompenseerd. Meer over de Natura 2000-gebieden lees je in dit artikel.

Europese emissieplafonds

Omdat luchtvervuiling zich niet aan landsgrenzen houdt, zijn er internationale afspraken (ook voor stikstof) gemaakt. Zo heeft de EU ook normen vastgesteld voor de uitstoot (emissie) van stikstof. Per lidstaat zijn emissieplafonds afgesproken voor vijf verontreinigende stoffen, waaronder stikstofoxide (NOx) en ammoniak (NH3). De zogenaamde NEC-richtlijn (National Emission Ceiling) zou in 2030 moeten leiden tot een reductie van het aantal mensen in Europa dat vervroegd komt te overlijden door slechte luchtkwaliteit. Het verplicht de lidstaten van de Europese Unie (EU) om te voorkomen dat de emissies de vastgestelde plafonds overschrijden. Als een lidstaat niet voldoet aan een richtlijn kan de EU sancties opleggen.

De vijf verontreinigende stoffen die onder de EU-wetgeving voor nationale emissieplafonds en doelstellingen voor 2030 vallen. Bron: ProSea met Canva

Europese klimaatregels

Ieder land neemt maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan. Zo hebben de lidstaten van de EU afgesproken dat de EU in 2050 klimaatneutraal is. Dit is de bijdrage van de EU aan het Klimaatakkoord van Parijs. In dat akkoord staan maatregelen om de wereldwijde stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde te beperken. In 2050 moet Nederland 95% minder broeikasgassen uitstoten vergeleken met 1990. Het doel voor 2030 is 49% minder. Lees het kennisdossier ‘Klimaatverandering’ voor meer informatie over dit onderwerp.

Stikstof en klimaat

Stikstof heeft weinig directe invloed op het klimaat, maar indirect wel. Maatregelen ter bestrijding van klimaatverandering op lange termijn (2050) helpen ook de uitstoot van luchtveront­reinigende stoffen zoals stikstof te verlagen en andersom. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van meer energiezuinige motoren of alternatieve energiebronnen. Veel maatregelen om de uitstoot van stikstof te beperken zullen óók leiden tot een afname van de uitstoot van broeikasgassen.

Uitstoot van gassen door de scheepvaart. Bron: Canva

NOx emissies van de scheepvaart

De Internationale Maritieme Organisatie (IMO) is verantwoordelijk voor het maken van regels voor de scheepvaart. Milieuregels zijn vastgelegd in MARPOL, het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen. In Annex VI van MARPOL staan regels over luchtemissies, zoals het beperken van de uitstoot van stikstofoxiden.

MARPOL

De aanpak van de uitstoot van stikstofoxiden gaat gepaard met grote aanpassingen in scheepsmotoren. Daarom geldt de strengere regelgeving voor de uitstoot van NOx alleen voor nieuwe schepen. Scheepsmotoren van zeeschepen die na 1 januari 2011 worden gebouwd moeten wereldwijd aan de strenge NOx-uitstoot eisen voldoen (Tier II regelgeving).

NECA’s

Daarnaast zijn er speciale stikstofbeheerszones (Nitrogen Emission Control Areas – NECA’s) ingesteld waar nog strengere eisen gelden. Een van deze gebieden is de Noordzee. Op de Noordzee moeten schepen met nieuwe motoren na 1 januari 2021 moeten voldoen aan de Tier-III norm. Die schepen mogen vanaf dan:

  • ongeveer 70% minder NOx uitstoten dan de huidige generatie scheepsmotoren (Tier II-norm) uit 2011 en;
  • ruim 80% minder NOx dan de scheepsmotoren uit 2000 (Tier I-norm).
Emission Control Areas (ECA’s) over de hele wereld. Bovenaan in het midden zie je de Noordzee, dat een SECA (Sulphur Emission Control Area) en sinds 2021 ook een NECA is. Bron: Zhao et al. 2021

Met deze internationale afspraken over stikstof in het achterhoofd, kun je in het volgende artikel lezen waarom Nederland een stikstofprobleem heeft. Ook lees je meer over hoe Nederland dat probleem denkt op te lossen.