De ruimte op zee voor de visserij wordt krap

De Noordzee wordt steeds drukker en er ontstaat steeds meer competitie voor ruimte op zee. Door de sterke groei van activiteiten op zee moet er slimmer worden omgegaan met de ruimte op zee. De Europese Commissie heeft in het verleden alle lidstaten gevraagd om een ruimtelijk plan te maken voor hun deel van de zee, in overleg met de buurlanden. Dit noemt men marine ruimtelijke planning (in het Engels: Maritime Spatial Planning = MSP).

De ontwerp structuurvisiekaart Noordzee met daarop de beleidskeuzes. Bron: Rijksoverheid

De Structuurvisiekaart hierboven geeft een goed overzicht van alle gebruiksfuncties op de Noordzee en waar ze worden uitgeoefend. Andere activiteiten mogen dit gebruik niet in de weg zitten. Wanneer meerdere activiteiten gebruik willen maken van hetzelfde gebied, dan streeft het Rijk ernaar om deze activiteiten zoveel mogelijk te combineren binnen dat gebied zoals je kunt lezen in dit artikel.

Waar blijft de visserij?

Voor de visserij zijn geen aparte gebieden op de Noordzee aangewezen. Bij de verdeling van ruimte op zee hebben activiteiten van nationaal belang – zoals wind op zee – voorrang. Verder stelt Europese natuurwetgeving (Natura 2000) ook allerlei eisen en randvoorwaarden aan de visserij in beschermde gebieden, waarover je meer kunt lezen in het kennisdossier ‘Beschermde gebieden’. Ook hebben de ontwikkelingen rondom de Brexit invloed op de mogelijkheden van vissers uit de EU om in Britse wateren te vissen. Dit komt doordat het Verenigd Koninkrijk eigen regels kan vaststellen voor bijvoorbeeld minimum maaswijdtes en registratie.

Vissers zien steeds meer windmolens verschijnen op de Noordzee. Om te voorkomen dat onveilige situaties ontstaan en dat schade ontstaat aan de windmolens is een veiligheidszone van 500 meter ingesteld. Bron: EMK

Het verontrust vissers dan ook dat er windmolenparken gebouwd worden op goede visgronden, terwijl de oceaan groot genoeg is. Zo worden de huidige windparken op zee gebouwd in gebieden waar het niet al te diep is, waardoor er conflicten ontstaan met andere gebruikers van de zee. In onderstaande video zie je Nederlandse en Franse vissers die hun zorgen uitspreken over de verdere uitrol van windmolenparken op zee.

Meervoudig ruimtegebruik

Meervoudig ruimtegebruik is een van de uitgangspunten van het Nederlandse Noordzeebeleid. In een aantal gevallen zijn verschillende activiteiten goed te combineren en kan er zelfs sprake zijn van wederzijds voordeel. De Rijksoverheid heeft daar al over nagedacht en heeft de tabel ‘Interacties gebruiksfuncties’ opgesteld. Hierin wordt samengevat welke vormen van gebruik belang kunnen hebben bij eenzelfde locatie of gebied op de Noordzee. Bijvoorbeeld zouden bepaalde types van visserij kunnen samengaan met natuurbescherming, scheepvaart, olie- en gaswinning, windenergie, kabels en leidingen en militair gebruik.

De tabel ‘Interacties gebruiksfuncties’ laat zien welke activiteiten mogelijk kunnen samengaan. Bron: Noordzeeloket

Vissen in windparken

Een voorbeeld van meervoudig ruimtegebruik is het idee om te vissen op krabben en kreeften met korven of potten in windparken. Er zijn voorbeelden bekend waarbij deze vorm van visserij goed is te combineren met een windpark, zoals is te zien in onderstaande video uit het Verenigd Koninkrijk.

Wageningen Marine Research (WMR) en Deltaris hebben in 2015 onderzoek gedaan naar de mogelijke risico’s van het gebruik van passieve visserij in windparken. Dit onderzoeksrapport is hier te vinden.

Win-Wind

In het project Win-Wind onderzoeken vissers en onderzoekers de mogelijkheden van medegebruik in windparken met als voorbeeld de kreeften- en krabbenvisserij. Er wordt niet alleen gekeken naar het vissen zelf, maar ook naar:

  • mogelijke risico’s;
  • de ecologie van krabben en kreeften;
  • de economie (verdienmodel, marktkansen, consumentenonderzoek); en
  • transitie.

Een overzicht van het project is ook te vinden in deze factsheet.

Marktonderzoek

Inmiddels is het onderzoek naar de marktkansen voor Noordzeekrab en Europese kreeft uit windparken op de Noordzee afgerond. Het gehele onderzoek is te vinden in dit rapport. Enkele resultaten van dit onderzoek zijn als volgt:

  • Er is marktpotentie voor Noordzeekrab en Europese kreeft uit windparken, maar dan vooral voor krab. Dit komt doordat er momenteel meer krabben dan kreeften worden aangetroffen in windparken.
  • Het is onduidelijk of de hoeveelheid krabben en kreeften voldoende potentie bieden voor een verdienmodel. Zo ja, dan is de vraag voor hoeveel vissers dit een kans is. Daarnaast moet medegebruik zijn toegestaan, want dat is nu (nog) niet het geval.
  • Momenteel is er geen vangstquotum voor krab, waardoor een risico op overbevissing kan ontstaan als meer vissers hier gericht op gaan vissen.
  • Kansen liggen er vooral door krabben en kreeften aan te bieden als lokale producten met een korte keten.
  • Krabben en kreeften bevatten gezonde voedingsstoffen. Daarentegen zijn er wel maatschappelijke zorgen over het welzijn van krabben en kreeften. Het levend vervoeren en het doden zonder verdoving ligt steeds meer onder een vergrootglas. Meer over dit onderwerp kun je vinden in het kennisdossier ‘Vissenwelzijn‘.
De keten van de Noordzeekrab van vangst tot op het bord. Bron: Wageningen Economic Research

Noordzeeoverleg

Energie, natuur en voedsel (waaronder visserij en aquacultuur) vragen alledrie ruimte op de Noordzee. Als gevolg van het akkoord van Parijs en het nationale klimaatakkoord neemt het aantal windparken op zee sterk toe. Dat gaat ten koste van de ruimte voor de natuur en voor de voedselvoorziening/visserij.

De overheid is begin 2019 gestart met een Noordzeeoverleg (NZO) met als doel om samen met betrokken ministeries en maatschappelijke partijen tot een ‘Noordzeeakkoord‘ te komen. Vertegenwoordigers van natuurorganisaties, windparkeigenaren, de overheid, de zeehavens en de visserij zijn aangesloten bij dit overleg.

Voorzitter Jacques Wallage (voorzitter NZO) overhandigd het onderhandelaarsakkoord aan minister van Nieuwenhuizen in februari 2020. Bron: OFL

In februari 2020 hebben deze partijen in het Noordzeeoverleg overeenstemming bereikt en in juni 2020 is het ‘Noordzeeakkoord’ vastgesteld. De visserijsector heeft het akkoord uiteindelijk niet ondertekend, omdat er teveel verdeeldheid was in de sector over de inhoud van dit akkoord. Inmiddels is een deel van de visserijsector wel aangeschoven bij het Noordzeeoverleg, maar is het akkoord (nog) niet getekend.