Op de Noordzee is het de afgelopen jaren steeds drukker geworden en er is steeds meer competitie voor ruimte op zee. Door de sterke groei van activiteiten op zee moet er slimmer worden omgegaan met de ruimte op zee. De Europese Commissie heeft in het verleden alle lidstaten gevraagd om een ruimtelijk plan te maken voor hun deel van de zee, in overleg met de buurlanden. Dit noemt men marine ruimtelijke planning (in het Engels: Marine Spatial Planning = MSP).
De Structuurvisiekaart hierboven geeft een goed overzicht van alle gebruiksfuncties op de Noordzee en waar ze worden uitgeoefend. De vraag naar meer energie die is opgewekt door windparken op zee groeit enorm snel. Nederland heeft besloten om in de toekomst voor de energiebehoefte minder afhankelijk te zijn van andere landen, onder andere door de gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Dit wil Nederland bereiken door meer windparken te bouwen op zee. Hier moet dan extra ruimte voor worden gezocht. De doelstelling in het nieuwe Programma Noordzee is om in 2040 50GW aan windparken op het Nederlandse deel van de Noordzee te hebben. Dit heeft geleid tot een nieuwe structuurvisiekaart met nieuwe zoekgebieden (zie afbeelding hierboven).
Hoeveel ruimte de windparken innemen hangt af van hoe groot de windmolens zijn en hoe dicht ze op elkaar staan. Op deze pagina staat een schatting van de benodigde ruimte voor de komende jaren. Het beeld is nu dat er in 2050 op 7,5 tot ruim 13% van het Nederlandse deel van de Noordzee windparken komen.
Deze (nieuwe) plannen voor windparken op zee kosten dus behoorlijk veel ruimte op een toch al drukke Noordzee. Wanneer meerdere gebruikers op zee activiteiten willen ondernemen in hetzelfde gebied, dan streeft de overheid ernaar om deze activiteiten zoveel mogelijk te combineren binnen dat gebied zoals je kunt lezen in dit artikel.
Waar blijft de visserij?
Voor de visserij zijn geen aparte gebieden op de Noordzee aangewezen. Bij de verdeling van ruimte op zee hebben activiteiten van nationaal belang – zoals energiewinning in de vorm van windparken op zee – voorrang. Verder stelt Europese natuurwetgeving (Natura 2000) ook allerlei eisen aan visserij in beschermde gebieden, waarover je meer kunt lezen in het kennisdossier ‘Beschermde gebieden’. Ook hebben de ontwikkelingen rondom de Brexit invloed op de mogelijkheden van vissers uit de EU om in Britse wateren te vissen. Dit komt doordat het Verenigd Koninkrijk eigen regels kan vaststellen voor bijvoorbeeld minimum maaswijdtes en gebruik van tuigen.
Het verontrust vissers dan ook dat er windparken gebouwd worden op goede visgronden, terwijl in hun ogen de zee groot genoeg is. Zo worden de huidige windparken op zee gebouwd in gebieden waar het niet al te diep is en die niet te ver van de kust liggen, waardoor er conflicten ontstaan met andere gebruikers van de zee. In onderstaande video zie je Nederlandse en Franse vissers die hun zorgen uitspreken over de verdere uitrol van windparken op zee.
Meervoudig ruimtegebruik
Meervoudig ruimtegebruik is een van de uitgangspunten van het Nederlandse Noordzeebeleid. In een aantal gevallen zijn verschillende activiteiten goed te combineren en kan er zelfs sprake zijn van wederzijds voordeel. De Rijksoverheid heeft daar al over nagedacht en heeft de tabel ‘Interacties gebruiksfuncties’ opgesteld. Hierin wordt samengevat welke vormen van gebruik belang kunnen hebben bij eenzelfde locatie of gebied op de Noordzee. Bijvoorbeeld zouden bepaalde types van visserij kunnen samengaan met natuurbescherming, scheepvaart, olie- en gaswinning, windenergie, kabels en leidingen en militair gebruik.
Vissen in windparken
Een voorbeeld van meervoudig ruimtegebruik is het idee om te vissen op krabben en kreeften met korven of potten in windparken. Er zijn voorbeelden bekend waarbij deze vorm van visserij goed is te combineren met een windpark, zoals is te zien in onderstaande video uit het Verenigd Koninkrijk.
Win-Wind
In een eerste project Win-Wind, waarbij er in 2023 gevist is in het Prinses Amalia Windpark, onderzoeken vissers en onderzoekers de mogelijkheden van medegebruik in dit windpark met als voorbeeld de visserij met potten en korven op Europese kreeft en Noordzeekrab. Prinses Amalia is één van de eerste windparken.
Er wordt niet alleen gekeken naar het vissen zelf, maar ook naar:
- mogelijke risico’s wanneer er gevist wordt in het Prinses Amalia Windpark;
- de ecologie van krabben en kreeften;
- de economie (verdienmodel, marktkansen, consumentenonderzoek); en
- transitie.
Het laatste punt, transitie, gaat erover dat de windparkexploitant, de vissers, de beleidsmedewerkers en de Kustwacht zo goed mogelijk bij het experiment betrokken worden. Hoe ziet iedereen medegebruik en wat is nodig om op een goede manier gezamenlijk gebruik te maken van een zelfde stukje Noordzee? En wat kunnen we hiervan leren voor toekomstige plannen om (experimenteel) te gaan vissen in een windpark?
Op de website van Win-Wind vind je alle informatie over dit project en ook alle laatste verslagen en rapporten. De volgende factsheets bevatten informatie over:
Het vissen in het windpark is uitgevoerd in 2023. De voorwaarden waaraan deze experimenten moeten voldoen staan hier.
Vervolgonderzoek
In Nederland staan de meeste windparken niet op zulke goede kreeften- of krabbengronden. Daarom wordt er vanaf 2023 ook onderzoek in Borssele gedaan of er veilig en rendabel met andere passieve tuigen op andere soorten gevist kan worden in een windpark. Er wordt dus niet alleen gekeken of er vis gevangen kan worden, maar meteen ook of dit veilig kan en, niet onbelangrijk, of er voldoende gevangen kan worden om er een boterham aan te verdienen. Informatie over dit nieuwe onderzoek vind je hier.
Noordzeeoverleg
Op het gebied van energie, natuur en voedselvoorziening (waaronder visserij en aquacultuur) verandert er heel veel op het Nederlandse deel van de Noordzee. Als gevolg van het akkoord van Parijs en het nationale klimaatakkoord neemt het aantal windparken op zee sterk toe en vraagt dus de opwekking van energie steeds meer ruimte. Dat gaat ten koste van de ruimte voor de natuur en voor de voedselvoorziening/visserij.
De overheid is begin 2019 gestart met een Noordzeeoverleg (NZO) met als doel om samen met betrokken ministeries en maatschappelijke partijen tot een ‘Noordzeeakkoord‘ te komen. Vertegenwoordigers van natuurorganisaties, windparkeigenaren, de overheid, de zeehavens en de visserij zijn aangesloten bij dit overleg.
In februari 2020 hebben deze partijen in het Noordzeeoverleg overeenstemming bereikt en in juni 2020 is het ‘Noordzeeakkoord’ vastgesteld. De visserijsector heeft het akkoord uiteindelijk niet ondertekend, omdat er te veel verdeeldheid was in de sector over de inhoud van dit akkoord. Volgens de vissers bevat het akkoord te weinig perspectief voor de Nederlandse vissersvloot. Er worden volgens de visserijvertegenwoordigers, om ruimte te maken voor energie en natuur, te veel belangrijke vissersgronden gesloten. Inmiddels neemt de visserijsector wel deel aan het Noordzeeoverleg, maar is het akkoord (nog) niet getekend.