Nationale besluitvorming

Betrokken instituten

Net als op internationaal en Europees niveau, zijn er in Nederland veel spelers betrokken in de politieke (nationale) besluitvorming. Het onderstaande filmpje geeft een helder overzicht hoe de nationale besluitvorming in elkaar zit.

Ministeries

In Nederland zijn veel ministeries betrokken bij de visserij. In 2022 zijn bijvoorbeeld de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) betrokken. Elke regering kan kiezen voor een andere indeling van de ministeries. Dit document legt voor een aantal ministeries die voor de visserij belangrijk zijn uit waar zij verantwoordelijk voor zijn.

Binnen de ministeries werken veel mensen, maar de belangrijkste personen zijn de minister, staatssecretaris (niet alle ministeries hebben een staatssecretaris) en de secretaris-generaal.

  • De ministers staan elk aan het hoofd van hun ministerie. Daarnaast vormen ze de schakel tussen de Europese en Nederlandse besluitvorming. Zo is Piet Adema sinds 2022 de minister van LNV.
  • Een staatssecretaris is een soort ‘onderminister’ die een deel van het werk van de minister overneemt. Daarnaast is een staatssecretaris ook verantwoordelijk voor haar/zijn eigen takenpakket.
  • Een secretaris-generaal is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken (een soort manager dus) en is geen politiek persoon. Deze persoon blijft in functie tot overstap naar een andere functie, ontslag of pensioen. Dit in tegenstelling tot de minister en staatssecretaris die de functie tot de volgende verkiezingen in de Tweede Kamer (meestal een periode van vier jaar) uitoefenen.

Het onderstaande filmpje legt in meer detail uit wat de functies van de Tweede Kamer zijn. De video legt ook uit hoe het proces van wetgeving opstellen in elkaar zit. Op deze website vind je uitgebreide informatie over hoe een wet tot stand komt in Nederland.

Overige instanties

Naast de ministeries zijn nog enkele andere partijen belangrijk voor de nationale besluitvorming. Voorbeelden zijn de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit (NVWA) en de producentenorganisaties (PO’s). In dit document vind je meer uitleg over deze instanties.

Belangrijke regelgeving

Visserijwet

De Visserijwet 1963 vormt de basis van de Nederlandse visserijwetgeving. Deze wet bevat zowel regels als bevoegdheden voor het maken van nieuwe regels. Deze wet omvat regels voor alle vormen van visserij, van sportvisserij tot de Noordzeevisserij.

Uitvoeringsregeling (zee)visserij

Wetten, zoals de Visserijwet, regelen vaak alleen de hoofdlijnen van een bepaald onderwerp. In een wet wordt dan aangegeven dat bepaalde details in uitvoeringsregelingen kunnen worden uitgewerkt. Twee uitvoeringsregelingen die belangrijk zijn voor de visserij zijn de ‘Uitvoeringsregeling visserij‘, waar bijvoorbeeld een groot deel van de regelgeving voor garnalenvisserij is uitgewerkt, en de ‘Uitvoeringsregeling zeevisserij‘. In de uitvoeringsregelingen komt eigenlijk alle geldende visserij regelgeving samen. De uitvoeringsregelingen worden aangepast als er een nieuwe verordening is over TAC’s en quota of technische maatregelen. Ook kunnen ze worden aangepast als er wijzigingen zijn in het contingentenstelsel.

Vissen in beschermde gebieden (VIBEG)

Vanaf maart 2011 zijn de Nederlandse Noordzeekust en de vlakte van de Raan aangewezen als Natura 2000 gebied. Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde gebieden. Hierover lees je meer in dit artikel. Met de nieuwe status van deze gebieden kwam ook verandering in de regels en mogelijkheden in dit gebied. Om dit invulling te geven kwamen de betrokken partijen bij elkaar en ontstond het VIBEG-akkoord.

In de loop van 2015 bleek dat het draagvlak voor dit akkoord bij een deel van de visserijsector ontbrak. Om die reden besloten de betrokken partijen om weer met elkaar in overleg te gaan. Een belangrijk uitgangspunt daarbij was dat de gestelde lange termijn doelen voor de Natura 2000 gebieden nog wel bleven bestaan. Sinds 2017 is er een VIBEG 2.0 akkoord, officieel het Noordzeekustvisserijakkoord. Dit nieuwe akkoord vervangt het VIBEG Akkoord uit 2011 en het Aanvullende sportvisserij akkoord uit 2013.

De partijen die aan de onderhandelingstafel zaten staan in het onderstaande overzicht.

Overzicht van partijen in de VIBEG-akkoorden. Stichting Visserij & Natuur staat in deze afbeelding bij NGO’s omdat het een stichting betreft, maar deze stichting behartigt de belangen van de visserij en zou daarom ook bij visserijorganisaties passen. Daarnaast zijn enkele van deze visserijorganisaties inmiddels opgeheven of opgegaan in andere organisaties. Bron: ProSea met Canva

De visserijdruk in deze gebieden moet minder worden. Daarbij ligt de focus op innovatieve visserijtechnieken. Daarnaast zijn de doelen van het akkoord het minimaliseren van:

  • bodemberoering;
  • bijvangst;
  • het verstoren van vogels in deze gebieden.

De partijen zetten zich samen in voor een akkoord waarbij de natuur goed beschermt blijft en de visserij economisch levensvatbaar is.

Rol visserij

Bij het overleg van het VIBEG-akkoord waren de meeste partijen het eens over de inhoud van het akkoord. De visserij heeft van begin af aan als partij aan tafel gezeten en meegedacht over het akkoord. Bij dit akkoord werd onder andere de vlakte van de Raan ingesteld als beschermd gebied. Hierover diende de visserij de eis in dat er rekening gehouden moest worden met het verlies van visgronden. Daarvoor zou een financiële tegemoetkoming naar de visserij moeten gaan. Er is toen bepaald hoeveel inkomsten de visserij verliest door de instelling van deze beschermde gebieden. Op basis daarvan is een hoeveelheid financiële compensatie voor de vissers geregeld.

Nederlandse Mariene Strategie

De Nederlandse Mariene Strategie is de Nederlandse uitwerking van de KRM. Deze strategie is in 2018 vastgesteld.

Bij de Nederlandse Mariene Strategie komen veel onderwerpen en beleidsvelden samen. Daarom werken een aantal ministeries samen aan de ontwikkeling van deze strategie en zetten ze in op gezamenlijke besluitvorming. De minister van IenW is verantwoordelijk voor de voorbereiding en invoering van deze strategie. Zij/hij werkt hiervoor samen met alle andere betrokkenen partijen.

  • Het ministerie van LNV is betrokken bij (en verantwoordelijk voor) de onderdelen die over natuur, biodiversiteit en visserij gaan;
  • Het ministerie van EZK is betrokken bij de doelen voor duurzame energieproductie;
  • Het ministerie van Defensie is betrokken voor de defensiegebieden en activiteiten op zee;
  • Het ministerie van IenW is zelf medeverantwoordelijk voor de scheepvaart en verontreiniging van land. Ook is ze verantwoordelijk voor bijvoorbeeld kustbescherming en het tegengaan van overstromingsrisico’s. Rijkswaterstaat Zee en Delta is de functioneel beheerder van de Noordzee.

Nationaal Waterprogramma

In het Nationaal Waterprogramma (NWP) beschrijft de overheid de hoofdlijnen van het Nederlandse waterbeleid en de uitvoering ervan. Het NWP geeft invulling aan Europese richtlijnen voor water, waaronder bijvoorbeeld de KRM en de doelstellingen van het GVB. De minister van IenW en de staatssecretaris van EZK zijn verantwoordelijk voor het opstellen van het NWP. Het NWP wordt elke zes jaar opnieuw opgesteld en het huidige plan geldt van 2022 – 2027. Voor de visserij is het Programma Noordzee 2022-2027 erg belangrijk.

Noordzeeakkoord

De laatste jaren is het aantal activiteiten op de Noordzee toegenomen. Als gevolg van de toename aan activiteiten op de Noordzee ontstond er bij partijen die actief zijn op de Noordzee een wens om gezamenlijk afspraken te maken voor de lange termijn. Dit plan is het zogenaamde Noordzeeakkoord.

Een belangrijk voordeel aan het Noordzeeakkoord is dat er een langetermijnvisie is opgesteld, die langer strekt dan één kabinetsperiode. Een belangrijk onderdeel hiervan zijn de plannen voor energieopwekking door offshore windparken. Hoe Nederland dit windplan gaat uitrollen lees je in het kennisdossier ‘Wind op zee’.

Voorafgaand aan het Noordzeeakkoord was er het Noordzee-overleg. Dit heeft een aantal jaren geduurd en hierbij zaten veel verschillende partijen aan tafel. De onderstaande afbeelding laat zien wie er in het begin in het Noordzeeoverleg zaten.

Visualisatie van betrokken partijen tijdens het begin van het Noordzeeoverleg. Bron: ProSea met Canva

Deze partijen zijn onder te verdelen over vijf sectoren:

  • ministeries;
  • energieorganisaties;
  • visserijsector;
  • NGO’s;
  • zeevaart (o.a. havens).

Al deze partijen hadden in deze overleggen hun eigen doelen. Het is dan ook erg lastig om met al deze partijen tot een overeenkomst te komen als de doelen soms sterk van elkaar verschillen. Het akkoord streeft daarom naar een balans tussen natuur, energieproductie en voedselvoorziening. Wat deze aparte onderdelen precies inhouden staat hieronder uitgelegd onder de afbeelding.

De drie doelen van het Noordzeeakkoord. Bron: ProSea met Canva

Doelen van het Noordzeeakkoord

  • Energietransitie: In 2030 moet Nederland bijna 50% van de CO2-uitstoot verminderd hebben. Fossiele energie (zoals kolen) moet worden afgebouwd en worden vervangen door schonere, hernieuwbare energie. Dit is onderdeel van de wereldwijd afgesproken doelen tijdens de klimaattop in Parijs. Deze energietransitie zal voor Nederland voor een groot deel op zee plaatsvinden met de komst van windparken op zee.
  • Natuurtransitie: De Noordzee wordt druk bezocht, bevist en gebruikt. Al deze gebruikers zorgen ervoor dat de milieutoestand van de Noordzee achteruitgaat. Als de natuur van de Noordzee niet beschermd wordt, dan zullen al deze gebruikers de Noordzee gezamenlijk uitputten. Dit zorgt ervoor dat niet alleen de biodiversiteit en milieuwaardes verdwijnen, maar ook de economische en sociale waardes. Een gezonde Noordzee is dus belangrijk voor alle gebruikers van de Noordzee.
  • Voedseltransitie: Tenslotte is de Noordzee een belangrijke voedselbron en moet er een duidelijke visie komen over een duurzame en rendabele visserij. Daarnaast moet er ook onderzocht worden wat voor andere mogelijkheden er zijn zoals de kweek van algen, vis en schaal- en schelpdieren op zee (maricultuur).

Knelpunten

Het Noordzeeakkoord kwam er niet zonder slag of stoot. Wanneer je zoveel partijen aan tafel hebt met verschillende belangen en je wilt drie verschillende doelen behalen, dan ontstaan er knelpunten. Zo ook hier. Het grootste knelpunt is ruimte. De bouw van windparken gaat ten koste van de natuur en de visserij. De NGO’s eisen dat er ook gebieden worden aangewezen op zee voor de natuur. Dit gaat op zijn beurt weer ten koste van visgronden omdat vissers in de beschermde gebieden niet of minder mogen vissen. Wil je meer weten over beschermde gebieden? Lees dan het kennisdossier ‘Beschermde gebieden’.

Is er een akkoord of niet?

Op 10 februari 2020 lag de eerste versie van dit akkoord op tafel. Het moest alleen nog goedgekeurd worden door de achterban van de deelnemende partijen. Op 16 juni ondertekenden alle partijen het akkoord, behalve de visserijsector. Het akkoord lag toen dus op tafel zonder instemming van de visserij.

De volgende stap was het akkoord in de praktijk brengen door maatregelen op te stellen. De visserij werd uitgenodigd om weer aan te schuiven bij het overleg, maar heeft lang volgehouden dit niet te doen. Inmiddels is de visserijsector overstag gegaan en weer aangesloten zoals je kunt zien in onderstaande video. De visserij heeft uiteindelijk ingestemd met het Noordzeeakkoord, maar heeft het akkoord niet ondertekend. Zo kan de visserijsector toch betrokken blijven en kan het akkoord worden uitgevoerd.

Nu het Noordzeeakkoord er is, blijft het Noordzeeoverleg wel doorgaan. Daarbij zitten inmiddels enkele andere partijen aan tafel dan in het begin. Zie de afbeelding hieronder voor een overzicht van de betrokken partijen in 2022.

Visualisatie van betrokken partijen bij het Noordzeeoverleg in 2022. Bron: Noordzeeoverleg

Niet altijd even makkelijk

Het komen tot een akkoord waar iedereen tevreden mee is, blijkt niet altijd even makkelijk. Een overleg lijkt soms een spel wat gespeeld wordt en heeft winnaars en verliezers. De visserij is een belangrijke speler en kan veel gedaan krijgen. Daarvoor moet de sector wel de handen ineenslaan en duidelijke doelen stellen.

Ingewikkeld!

Als er zoveel verschillende instanties zijn met allerlei meningen, doelstellingen en onderwerpen die worden besproken, dan is het logisch dat er soms onenigheid ontstaat. Soms werken partijen ook langs elkaar of is er onduidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor wat. Hierdoor vallen bepaalde onderwerpen soms tussen wal en schip.

In 2016 was er bijvoorbeeld onduidelijkheid over de verantwoordelijkheden bij het nemen van maatregelen bij het Friese Front. In dat jaar adviseerden wetenschappers maatregelen in te stellen voor de visserij in dat gebied. Het sluiten van het gebied valt binnen de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM). Daarom was het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verantwoordelijk. Maar het Friese Front werd ingesteld als Natura 2000 gebied onder de Vogelrichtlijn. Het toenmalige ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (nu gesplitst in LNV en EZK) had om deze reden ook iets te zeggen over deze sluiting.

Bovenstaand voorbeeld laat duidelijk zien dat er soms overlap is tussen de rollen en verantwoordelijkheden van verschillende partijen. Politieke besluitvorming is een ingewikkeld proces en het is daarom goed als visserijondernemer om eventuele knelpunten in de wet- en regelgeving ook aan te kaarten bij je organisatie. Het is dan wel van belang om overzicht te hebben van de meest belangrijke partijen in het besluitvormingsproces om knelpunten op te kunnen pakken.