Het effect van klimaatverandering op visserijbeheer

Onderzoekers proberen te voorspellen wat er in de toekomst gebeurt met het klimaat, de vis en de visserij, maar er is nog veel onzekerheid, mede doordat dat afhangt van de keuzes die wij als mensen zelf gaan maken. Op dit moment heeft klimaatverandering al effect op het leven in zee en de visserij. Hierdoor moeten ook beleidsmakers nadenken over de gevolgen van klimaatverandering en wat dit betekent voor het visserijbeheer.

Vissen verplaatsen zich

Door klimaatverandering verandert de zee. Zo kan een zeegebied bijvoorbeeld opwarmen of verzuren. Doordat bepaalde gebieden hierdoor minder aantrekkelijk worden, verplaatsen visbestanden zich naar andere gebieden. Hierover lees je meer in dit kennisdossier.

Het verplaatsen van visbestanden zorgt voor enkele uitdagingen binnen het visserijbeheer:

  1. Vissen kennen geen grenzen: visbestanden verplaatsen zich.
  2. Vangstrechten komen niet meer overeen met deze verplaatsende visbestanden.
  3. Nieuwe visgronden ontstaan omdat daar nieuwe bestanden voorkomen. Hoe worden deze verdeeld?
  4. Onderzoeksmethodes komen niet meer overeen met verplaatsende visgronden.

1. Vissen kennen geen grenzen

Door veranderingen in de zee kunnen de leefgebieden van vissen zich verplaatsen (lees hier meer). Als visbestanden zich verplaatsen, betekent dit dat ook de visgronden zich verplaatsen. Het beheer van deze visgronden gaat aan de hand van strakke kaders, zoals je kunt zien aan de rode grenzen hieronder. Als het water te warm wordt, zullen vissen zich niks van deze grenzen aantrekken en gewoon een ander gebied inzwemmen.

Op de bovenstaande kaart zijn de Europese visgronden gekaderd. De rode lijnen kaderen de gebieden die de beheerders gebruiken. De gekleurde vlakken worden door de onderzoekers gebruikt. Bron: ICES

Beslissingen zoals de quotaverdeling worden genomen met deze grenzen in gedachte. Door klimaatverandering kan het zijn dat die grenzen dus niet meer passend zijn. De beheergebieden veranderen niet mee, maar blijven al die tijd hetzelfde. De wetgeving voor deze grenzen is nog niet flexibel, wat na verloop van tijd voor problemen kan gaan zorgen.

Tonggrens

Iets waar men zich zorgen over maakt is de tonggrens die in 1998 voor de 80 mm boomkorvisserij is vastgelegd. Deze begint bij de oostkust van het Verenigd Koninkrijk op 55° NB, dan oostwaarts tot 55° NB, 5° OL, dan noordwaarts tot 56° NB en oostwaarts tot de westkust van Denemarken op 56° NB. Onderzoekers hebben onderzoek gedaan of de tong zich inderdaad verplaatst en zij vonden dat de tong inderdaad steeds vaker voorkomt in noordelijke gebieden. Lees het hele onderzoek hier (Engels). Als de tong zich over de zogenoemde tonggrens verplaatst, kunnen Nederlandse vissers in de problemen komen omdat ze in die gebieden boven de tonggrens niet op tong mogen vissen met hun boomkortuig. Meer over de tonggrens en de besluitvorming lees je in dit bericht van VisNed uit 2020.

De tong (Solea solea) gaat moeilijker te vangen zijn voor Nederlandse boomkorschepen door de tonggrens. Bron: Citron / CC-BY-SA-3.0

Visgronden verplaatsen zich zowel binnen de EU als buiten de EU. Je kunt je voorstellen dat als visbestanden naar andere gebieden trekken er verwarring ontstaat. Van wie is nu de vis en wie mag wat vangen?

2. Verdeling van de vangstrechten

Binnen de EU

De Europese beleidsmakers verdelen de quota’s onder landen van de Europese Unie volgens een verdeelsleutel. Dit betekent dat ze de quota verdelen tussen landen met dezelfde verhouding als die van de vangsten in een bepaalde periode in het verleden (om precies te zijn: tussen 1973 en 1978). Voor de belangrijkste visbestanden worden de quota ieder jaar opnieuw bepaald en zo verdeeld. Daarna hebben landen en vissers eventueel nog de mogelijkheid om quota of contingent te ruilen.

Quota ruilen

Prima systeem zou je zeggen. Het probleem is echter dat niet alle vissers evenveel weten over het ruilen van de quota. Er zijn drie vormen van handel met quota:

  1. Huur en verhuur
  2. Buitenlandse ruil
  3. Koop en verkoop

De huur en verhuur van contingent gebeurt binnen de Producentenorganisaties (PO’s) waarvan vissers lid zijn, of met leden van andere PO’s. De Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) regelt de buitenlandse ruil van quota. Veel vissers zijn vanwege een tekort aan contingent genoodzaakt om contingent te huren. Sommige vissers zullen door het verplaatsen van visbestanden met ongebruikte contingenten blijven zitten die ze hadden willen ruilen tegen meer bruikbare contingenten.

Vissers kunnen quota kopen, verkopen, huren en verhuren. Bron: ProSea

Het ruilen van quota tussen lidstaten is hard nodig, want vissers hebben naast de doelsoort ook regelmatig andere soorten in hun netten. Sommige soorten zitten intussen niet meer op de plekken waar ze veertig jaar geleden zaten, maar de verdeling van de quota stamt wel uit die tijd. Als we dezelfde verdeelsleutel blijven gebruiken zullen we in de toekomst nog meer quota moeten ruilen. Vissers komen hierdoor in de problemen. Ze zullen dan steeds vaker de verkeerde vangstrechten hebben op de verkeerde plek.

Daarnaast is er nog de aanlandplicht: hoe kun je quota efficiënt gebruiken zonder het overboord gooien van een deel van de vangst? Soms wordt er meer bijgevangen van een bepaalde soort dan dat Nederland quotum heeft. Ruilen met een lidstaat dat nog wel quotum heeft van die soort kan er dan voor zorgen dat het quotum niet overschreden wordt, zodat de visserij niet gesloten hoeft te worden.

Nieuw quotumsysteem?

Het quotum verdeelsysteem is volgens sommige mensen niet het meest handige systeem. Voorstanders voor het op de schop nemen van de historische quotaverdeling zijn begonnen aan onderhandelingen over een nieuwe verdeling. Dit onderhandelen loopt echter stroef en brengt veel onzekerheid, omdat een nieuw systeem ook weer nadelen met zich meebrengt. Daarom werd tot nu toe vastgehouden aan de quotumverdeling van 1983. Gelukkig kunnen we de quota nog wel ruilen. Zeker met het oog op verdere klimaatverandering is het handig voor de visserij om de flexibiliteit te houden die het ruilen van de quota biedt.

Buiten de EU

Het ruilen van quota kan eigenlijk alleen met andere Europese lidstaten. Dit terwijl een deel van de vissen naar de noordelijke wateren verschuift. Bijna elk jaar onderhandelt de EU met landen buiten de EU over de quota voor gedeelde visbestanden. Het gaat dan bijvoorbeeld om soorten als haring en makreel. Deze soorten komen voor in de territoriale wateren van landen als Noorwegen, IJsland, Rusland, de Faeröer en Groenland. Sinds de Brexit is hier ook het Verenigd Koninkrijk bijgekomen, met wie de EU nog veel meer visbestanden deelt. Meer lezen over de Brexit? Lees dan dit kennisdossier.

Conflicten over vangstrechten

Een nieuwe situatie kan leiden tot conflicten over quota en politieke spanningen tussen landen. Ruzie over visbestanden is vaker voorgekomen als je kijkt naar de geschiedenis. Het is daarom van groot belang om goede afspraken te maken over de vangstrechten.

Voorbeelden van conflicten die zijn ontstaan naar aanleiding van vangstrechten in het verleden. Bron: Volkskrant bewerkt door ProSea

Komen landen er samen niet uit dan gaan ze misschien op eigen houtje vissen. Op deze manier leidde de uitbreiding van de zeegrenzen van IJsland tot de beroemde kabeljauwoorlog met Engeland. In de Tarbotoorlog beschuldigde Canada Spanje van overbevissing en het gebruik van illegaal visgerei. In het filmpje hieronder kun je zien hoe heftig de strijd om visrechten kan zijn wanneer er geen duidelijke afspraken zijn.

De makreel vertrekt naar IJsland

Een bekend voorbeeld van een verplaatsende soort die voor dit soort conflicten kan zorgen is de Atlantische makreel. Deze makreelsoort trekt op naar de IJslandse en Groenlandse wateren en ten noorden van Spitsbergen. Zonder een goede internationale overeenkomst begon IJsland op makreel te vissen en ook de Faeröer breidden hun vangsten uit. Dit leidde tot een geschil met Noorwegen omdat het totaal toegestane vangstquotum werd overschreden. De makreelvisserij verloor in 2019 daarom de MSC-certificering. Wil je hier meer over weten? Kijk dan het filmpje van de Keuringsdienst van Waarde via deze link.

In het bovenstaande figuur is de toename van makreelvangsten rondom IJsland weergeven in 2000, 2005 en 2010. De rode stippen zijn de vangsten door onderzoeksschepen. De blauwe stippen zijn de vangsten van de IJslandse pelagische visserij. Bron: Van Spijkers en Boonstra, 2017.

Wie heeft nu recht op de makreel?

Er is geen overeenstemming bereikt tijdens de onderhandelingen tussen Noorwegen, de Faeröer, de Europese Unie en IJsland over makreel, ook omdat de vis verder migreerde naar wateren waar IJsland exclusieve visrechten heeft. Dit conflict was een van de redenen voor IJsland om geen lid van de Europese Unie te worden. De verplaatsingen van visbestanden door klimaatverandering kan grote effecten hebben op de vangstmogelijkheden. Daarnaast kan het leiden tot ingewikkelde politieke conflicten. Ten slotte kan de afwezigheid van goede afspraken leiden tot overbevissing van het makreelbestand.

De hoeveelheid makreel die duurzaam gevist kan worden in de noordelijke wateren wordt overschreden. Dit komt doordat hier geen goede afspraken gemaakt zijn over het beheer van het makreelbestand. Bron: visserij.nl

De EU en andere landen zullen dus hun best moeten doen om toch samen afspraken te maken. Dit is niet alleen het beste voor het visbestand, maar ook voor de visserij, doordat vissers dan weten waar ze aan toe zijn.

Voor vissers is beleid van grote invloed op hun dagelijks werk. Vissers zijn immers degenen die met het beleid in de praktijk moeten werken. Het is daarom heel belangrijk dat vissers en andere gebruikers van de zee hun inbreng kunnen doen als er nieuw beleid of beheer wordt opgezet. De visserijbelangenorganisaties spelen hier een belangrijke rol in: zij vertegenwoordigen de vissers in de nationale en internationale politiek. Andersom informeren zij hun leden over nationale en internationale politieke ontwikkelingen.

Visbestanden kunnen door klimaatverandering in korte tijd veranderen

Het kan zijn dat de vis zich snel verplaatst of dat het met een visbestand in korte tijd slechter of juist beter gaat. Het is belangrijk dat de beoordeling van het visbestand is gebaseerd op de meest actuele kennis. Zo kan de beheerder rekening houden met veranderingen die de vis productiviteit beïnvloeden, en daarmee ook de vangst. Daarom worden deze door klimaatverandering getroffen vissoorten vaker gemonitord om sneller beslissingen te kunnen nemen.

De Europese Unie beheert de visbestanden in de Europese wateren. Het vormen van beleid met zoveel partijen is best lastig en kan lang duren. Het lesboek ‘Regels op zee‘ gaat hier dieper op in. Bron: openclipart.org

Zowel op Europees niveau als op nationaal niveau is het handig om over wetten te beschikken die snel op klimaatverandering kunnen inspelen. Dit betekent dat een wet flexibel moet zijn. Op dit moment is dat niet het geval. Het maken en bijstellen van wetten kan soms jaren duren. Zo wordt het Gemeenschappelijk Visserijbeleid iedere 10 jaar herzien. Om de snelle veranderingen in zee bij te kunnen houden, zal dit wetgevingsproces zich flexibeler moeten opstellen.

3. Verdeling van nieuwe visgronden

Naast dat vissen zich verplaatsen waardoor visgronden verschuiven kunnen er ook nieuwe visgebieden ontstaan, bijvoorbeeld door het smelten van ijs rond de Noordpool. Er komt dan dus meer visgrond beschikbaar. Daarnaast vertrekt er veel vis naar de koudere wateren rond de polen. Hierover lees je meer in dit artikel. Deze wateren zouden hierdoor aantrekkelijk kunnen worden voor de commerciële visserij. Van wie zijn die Arctische wateren eigenlijk? Hoe zijn de vangstrechten daar verdeeld? En hoe gaat het met deze visbestanden?

Steeds meer ijskappen rond de polen smelten wat voor nieuwe visgronden zorgt. Bron: Pxfuel.com

Canada, Denemarken (via Groenland), Noorwegen, Rusland en de Verenigde Staten (via Alaska) zijn Arctische kuststaten en hun Exclusieve Economische Zone (EEZ) strekt maximaal 200 zeemijlen uit in Arctische wateren. De meeste nieuwe visgronden bevinden zich echter buiten deze EEZ’s in de 2,8 miljoen vierkante kilometer internationale Arctische wateren. Deze internationale wateren zijn voor iedereen toegankelijk. Er is niet veel bekend over de Arctische visbestanden en het ecosysteem en er is geen visserijbeheer.

Het Noordpoolgebied bestaat voor 2,8 miljoen vierkante kilometer uit internationale wateren. Bron: Flickr

Zoals blijkt uit het voorbeeld van makreel, leidt het veranderen van visgronden nu al tot conflicten. Dit kan ook zeker gebeuren in het internationale noordpoolgebied, waar nog weinig over bekend is en waar geen visserijregelgeving bestaat.

Daarom hebben de omringende staten besloten de 2,8 miljoen vierkante kilometer internationale Arctische wateren in 2019 voor 16 jaar te sluiten voor visserij. De overeenkomst verbiedt het vissen totdat er voldoende (wetenschappelijke) informatie is verzameld om visserijregels en quota vast te stellen. Naast het sluiten van het gebied voor visserij, hebben de landen ingestemd met een gezamenlijk programma van wetenschappelijk onderzoek. Dit onderzoek moet soorten identificeren, aantallen en relaties met andere soorten in kaart brengen en eventuele verstoringen zoals klimaatverandering volgen.

4. Onderzoek moet meebewegen

Naast de Europese beleidsmakers gaan onderzoekers ook uit van grenzen. Voor sommige soorten, zoals schol en schelvis, zijn de gebieden die onderzoekers aanhouden ook veranderd. Dit komt, zoals we hierboven ook al konden lezen, doordat de visbestanden verplaatst zijn. Om goed in kaart te brengen welke vis nu waar zit en waar de vissen zich naar toe verplaatsen, zal het wetenschappelijke onderzoek ook flexibel moeten zijn. Er zal meer flexibiliteit moeten komen in de methodes en locaties van het onderzoek.