Gevolgen voor de visserij

De Brexit heeft grote gevolgen voor de Nederlandse visserijsector. Zowel voor vissers als voor de visserijgemeenschappen, de visverwerkende industrie/handel en het visserijonderzoek. In dit artikel geven we een overzicht van de (mogelijke) gevolgen van het Brexit-akkoord dat is gesloten op 24 december 2020. Het volledige Brexit-akkoord is hier terug te vinden (over visserij vanaf pagina 261). Dankzij dit akkoord is duidelijker geworden wat de gevolgen zijn van Brexit voor de visserij, al moeten de details nog worden uitgewerkt en zijn sommige gevolgen nog niet helemaal duidelijk.

Het VK is een belangrijke handelspartner

Nederland heeft een sterke handelsrelatie met het VK. Dit is goed te zien in onderstaande afbeelding. Nederland exporteerde voor 44 miljard euro naar het VK, dit is 9% van de totale Nederlandse export. Het VK exporteerde voor 21 miljard euro naar Nederland, dit is 6% van de totale Britse export. In 2016 is er vanuit Nederland voor ongeveer 140 miljoen euro aan vis en visserijproducten geëxporteerd naar het VK, vanuit de gehele EU is dit 1,1 miljard euro. Andersom heeft het VK voor ongeveer 125 miljoen euro aan vis en visserijproducten geëxporteerd naar Nederland. Naar de gehele EU was dit 1,4 miljard euro. De export van vis vanuit het VK naar de EU is dus hoger dan omgekeerd, maar voor Nederland geldt specifiek dat Nederland meer vis exporteert naar het VK.

Aandeel en waarde van de export tussen het VK en Nederland voor 2016. Bron: Wageningen Economic Research

Voor de Nederlandse visserij komt een belangrijk deel van de vangst uit de Britse wateren. Er zijn ook VK-gevlagde kotters die lossen en verhandelen op Nederlandse havens. Over een periode van 2006 tot en met 2015 haalde de Nederlandse visserij (exclusief de VK-gevlagde kotters) gemiddeld 123 ton vis per jaar uit de Britse wateren, met een totale waarde van 85 miljoen euro. Dit is 35% van de totale waarde van de Nederlandse vangst.

Hieronder is te zien dat 29% van alle tong en 23% van alle schol die gevangen werd door de Nederlandse visserij afkomstig was uit het Britse deel van de Noordzee. Voor pelagische soorten zoals haring (82%), makreel (62%) en blauwe wijting (50%) was het aandeel dat in de Britse wateren werd gevangen nog hoger. Dit aandeel kan voor individuele schepen/rederijen zelfs nog hoger liggen.

De Nederlandse visserij is voor sommige visserijen sterk afhankelijk van Britse wateren. In deze afbeelding wordt het aandeel van de vangst dat Nederlandse vissers uit de Britse wateren halen weergegeven voor een aantal vissoorten. Bron: European Fisheries Alliance (EUFA)

Harde of zachte Brexit?

De belangen tussen Nederland en het VK waren dus groot. Er stond dan ook veel op het spel bij de onderhandelingen. Grofweg waren er 2 opties: een harde Brexit of een zachte Brexit. Onderstaande video legt uit wat het verschil tussen deze 2 opties is.

Voor de Brexit exporteerde en importeerde het VK van- en naar Nederland alsof er geen grenzen bestonden. Bij het scenario van een zachte Brexit zou alles zoveel mogelijk gelijk blijven (status quo). Maar bij het scenario van een harde Brexit zouden alle grenzen écht dicht gaan, zowel voor mensen als voor goederen, dus ook voor vis.

Gevolgen voor vissers

Toegang tot de Britse wateren

Het was al snel duidelijk dat de Brexit gevolgen zou hebben voor de toegang tot de Britse wateren. In dit rapport (Engels) is beschreven wat het zou betekenen voor de Nederlandse visserij als er niet meer gevist zou mogen worden in Britse wateren. Volgens dit onderzoek zou Nederland 38% van zijn totale vangst verliezen. Hieronder kun je in het blauw zien welk deel van de Europese wateren dan niet meer toegankelijk zouden zijn voor Nederlandse vissers.

In het blauw de Britse wateren die mogelijk niet meer toegankelijk zouden zijn voor Nederlandse vissers bij een harde Brexit. Bron: Wikipedia

Nederlandse vissers die in Britse wateren visten zouden hun vis dan in bijvoorbeeld Nederlandse maar ook Belgische, Franse of Deense wateren moeten gaan vangen. Hierdoor zou het een stuk drukker gaan worden in de Europese delen van de Noordzee. Dit leidde tot grote zorgen onder de Nederlandse vissers, zoals ook te zien in de video hieronder.

Verdeling van de quota

De quota voor de Noordzee visbestanden worden verdeeld door de EU vanuit het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Ook met Noorwegen worden hier ook afspraken over gemaakt. Dit land maakt geen deel uit van de EU, maar vist wel op de Noordzee.

De Brexit heeft een groot effect gehad op het systeem dat jarenlang is gebruikt voor de verdeling van vangstrechten. Door de Brexit moet namelijk naast Noorwegen ook los onderhandeld worden met het VK over de visbestanden op de Noordzee. Op 28 april 2021 is de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK ingegaan. Deze overeenkomst bepaalt ook hoe de EU en het VK hun individuele visrechten in hun wateren kunnen vaststellen. Er is overeengekomen dat tussen 2021 en 2026 zo’n 25% van de visrechten van de EU in de Britse wateren geleidelijk worden overgedragen. Daarnaast is er jaarlijks overleg om de totale vangstbeperking vast te stellen, dit voor elke vissoort. Meer informatie is terug te vinden in bijgaande infographic. Berekeningen tonen aan dat de kosten hiervan oplopen van 23 miljoen euro in 2021 naar 38 miljoen in 2026.

Gevolgen voor de quota

Door de Brexit-deal worden quota voor meerdere commerciële doelsoorten van EU lidstaten jaarlijks gekort. De overheveling van de quota naar het VK vindt gefaseerd plaats over de vijf jaren 2021 tot 2026, en daarna wordt er opnieuw onderhandeld over de toegang tot de Britse wateren. In 2022 en 2023 merkten vissers nog weinig van de kortingen op quota voor platvissoorten als tong en schol door een lage benutting van de quota. Voor 2024 zijn de voorlopige wetenschappelijke vangstadviezen voor tong nog lager vastgesteld dan in 2023 (-40%). Vermoedelijk zullen Nederlandse vissers met tongquotum er nu meer van merken door dit lage totale quotum op tong (Visserij in Cijfers).

Voor de pelagische sector heeft het VK een groter aandeel in de maximaal toegestane vangsten gekregen dan het had toen het nog lid was van de Europese Unie. De quota zijn verlaagd met 26% voor makreel, 12% voor Noordzeeharing en 32% voor Noordzeehorsmakreel.

Aanvoer op de visafslagen

Sommige Nederlandse visafslagen zijn voor een deel van hun aanvoer afhankelijk van vis die wordt binnengebracht door VK-gevlagde schepen. Op Urk is dit meer dan 25% van de totale waarde. Het is onzeker of na de Brexit het aanvoeren net zo makkelijk zal gaan als nu. Door de Brexit gaat de douane een grote rol spelen. Denk bijvoorbeeld aan het betalen van invoerrechten.

Gevolgen voor visserijgemeenschappen

Vanuit economisch opzicht is de visserijsector niet groot, maar lokaal is deze sector soms wel heel belangrijk (denk aan Urk in de provincie Flevoland). De Brexit brengt niet alleen onzekerheid voor vissers, maar ook voor de visserijgemeenschappen die de sector ondersteunen. Brexit kan namelijk gevolgen hebben voor onder andere de werkgelegenheid in deze gemeenschappen. Zo kan het zijn dat in de toekomst alle Britse vis in Britse havens en door Britse bedrijven verwerkt moet worden.

Zo is dit ook het geval in andere Europese landen waar visserij lokaal heel belangrijk is. Daarom werken deze gemeenschappen ook samen binnen de EUFA (European Fisheries Alliance). Deze visserijgemeenschappen komen gezamenlijk in actie tegen de gevolgen van de Brexit, zoals ook te zien in het filmpje hieronder.

Vrij verkeer van personen

Een belangrijk onderdeel van de EU is het vrij vervoer van goederen, maar óók van personen. Voor schepen die onder de Britse vlag varen gaan er mogelijk strengere regels gelden voor de niet-Britse vissers en het overige personeel die op deze schepen werken. Denk hierbij aan paspoorten, visa en verblijf- en werkvergunningen, maar ook aan andere eisen zoals een minimumaantal Britse bemanningsleden.

Gevolgen voor de handel en de visverwerkende industrie

Handel drijven tussen het VK en de EU is door de Brexit ingewikkelder geworden. Ten eerste krijg je als bedrijf te maken met in- of uitvoerrechten wat aanzienlijk kan oplopen, zoals in dit artikel wordt uitgelegd met fietsen als voorbeeld.

Als ondernemer krijg je ook te maken met de douane. In 2021 is het aantal aangiftes bij de Douane als gevolg van Brexit verdrievoudigd zoals valt te lezen in dit rapport. Dit gaat gepaard met hogere administratieve kosten en heffingen. In dit rapport schat KPMG dat er bij een harde Brexit een stijging zal zijn van 752.000 aangiften per jaar voor de import naar Nederland vanuit het VK, en een stijging van 4.2 miljoen aangiftes per jaar voor export vanuit Nederland naar het VK. De totale kosten kunnen oplopen tot 627 miljoen euro per jaar. De afbeelding hieronder laat zien hoe handel drijven met het VK verloopt als gevolg van Brexit.

Dit is wat er gebeurt als elke levering aan het VK of andersom langs de douane moet. Bron: KPMG

Daarnaast krijg je te maken met extra eisen voor dierlijke levensmiddelen. Vis en visserijproducten die worden verhandeld aan het VK en andersom zullen moeten worden voorzien van een certificaat om aan te tonen dat het product gezond is. De prijs van deze keuring kan oplopen tot 725 euro per zending.

Wachttijd

Door de douane en het keuren van elke levering kan de wachttijd voor transport groter worden. Bij de NVWA houden ze rekening met zeker een dag. Deze wachttijd zorgt voor extra kosten en kan ook invloed hebben op de kwaliteit van verse vis.

Export en import naar het VK

Het Border Target Operating Model is het proces waarmee de Britse overheid stapsgewijs grenscontroleprocessen en importeisen opstelt. Dit heeft ook gevolgen voor de export van agrofood en visserijproducten naar het VK. De regels hierbinnen gaan vanaf 2024 stapsgewijs in.

Het VK is in 2022 verdwenen uit de top 10 van meest belangrijke landen voor de export van visproducten. Deze handel neemt al jaren af maar wordt sinds de Brexit versterkt door de toegenomen administratieve handelingen (gezondheids- en vangstcertificaten). Dit geldt ook voor de import.

Gevolgen voor visserijonderzoek

Visserijonderzoek vertelt ons onder andere hoe een visbestand ervoor staat. Dat wordt dan weer gebruikt om advies te geven over de hoeveelheid vis die gevangen kan worden (quota). Op dit moment levert het VK ook belangrijke gegevens aan voor visbestanden op de Noordzee, zoals makreel, haring, schol en tong. Na de Brexit zal het VK onderdeel blijven van de ICES, de internationale organisatie die zich bezig houdt met onderzoek en adviezen. Het VK zal zich dus blijven inzetten voor gezamenlijk visserijonderzoek.

Toch is er een verschil, want het VK heeft op dit moment nog een Europese verplichting om deze onderzoeken uit te voeren. Deze verplichting houdt ook in dat het VK geld krijgt om deze onderzoeken te doen. Het is de verwachting dat na de Brexit, het VK niet meer onder deze verplichting valt en dus ook geen toegang meer heeft tot het geld. Het VK zal dus mee blijven doen aan visserijonderzoek maar het is onzeker op welke manier doordat (een deel van) het budget wegvalt.

Of en welke van de beschreven gevolgen in dit artikel ook echt gaan gebeuren hangt af van de onderhandelingen tussen het VK en de EU. In dit artikel kun je lezen wat er al bekend is over de gevolgen van Brexit en hoe je daarmee om kunt gaan.