Er gebeurt veel op de Noordzee rondom de aanleg van offshore windmolenparken. Dit artikel geeft een overzicht van de huidige situatie op het Nederlandse deel van de Noordzee, een vooruitblik tot 2030 en een inkijkje in de periode daarna. Daarnaast geeft dit artikel ook een overzicht van de offshore windplannen van enkele andere Europese lidstaten rond de Noordzee.
Plannen Nederlandse deel Noordzee
Opwekking van duurzame energie is voor het kabinet een “activiteit van nationaal belang”. Daarom reserveert het kabinet ruimte op zee voor deze activiteit. Het kabinet kiest voor een aantal grote windparken en wijst de locaties aan. Vervolgens is het aan de markt om de windparken daadwerkelijk te bouwen en onderhouden.

In het Nederlandse deel van de Noordzee zijn zeven windparken in gebruik. Een overzicht van deze windparken kun je in onderstaande tabel vinden.

Gezamenlijk leveren deze zeven windparken in totaal met 462 turbines een totaal vermogen van ongeveer 2,5 gigawatt (GW) stroom. Het vermogen van windenergie op zee moet in 2023 gegroeid zijn naar 4.5 GW. Hieronder zie je een overzicht van de huidige planning voor de bouw van nieuwe windparken.

Op grond van het klimaatakkoord moet daar tussen 2024 en 2030 voor nog eens 7 GW aan extra windparken op zee bij komen. Het totaal gaat daarmee van 4,5 GW naar 11.5 GW. Inmiddels is het Rijk druk bezig met de ‘Vervolgroutekaart windenergie 2024 – 2030′. Een overzicht van de plannen tot 2030 is te vinden in onderstaande tabel.

Huidige situatie
Buiten de aangewezen windenergiegebieden is het bouwen van windparken niet mogelijk. Binnen de aangewezen gebieden wordt alleen toestemming gegeven voor de bouw van windparken binnen de kaders van de Wet windenergie op zee. Bij de besluitvorming dient schade aan de vrije horizon, recreatie en visserij dan zo veel mogelijk beperkt te worden.
De windenergiegebieden liggen buiten de 12-mijlszone, want sommige mensen vinden dat de windmolens horizonvervuiling veroorzaken en vrezen dat de toeristensector er last van gaat krijgen. Dat kan in de toekomst veranderen. Over het algemeen geldt dat “permanent zichtbare werken”, zoals windmolens, wel kunnen worden toegestaan in de 12-mijlszone indien:
- er geen redelijke alternatieve locaties zijn;
- er geen betekenisvolle effecten optreden op de bescherming van de kust; en
- de gerelateerde activiteiten van nationaal belang zijn. Schade aan de vrije horizon, recreatie en visserij dient dan zo veel mogelijk beperkt te worden.
Het Rijk heeft een online informatiepunt over windenergie op de Noordzee gelanceerd genaamd ‘Wind op zee‘. Op deze website staat de meest actuele informatie over alle ontwikkelingen rondom offshore windparken voor het Nederlandse deel van de Noordzee. Hierbij kun je denken aan informatie over de voortgang van de huidige bouw, de plannen voor de toekomst en geplande bijeenkomsten rondom wind op zee. Daarnaast staat er op deze website ook informatie over de diverse effecten van de uitrol van windenergie op zee.

Plannen komende jaren
De Rijksoverheid regelt alle voorwaarden om windparken aan te kunnen leggen. Zo bepaalt de Rijksoverheid waar ze precies komen te staan, de vergunningen en de aansluiting op het elektriciteitsnet. De overige kosten zijn voor de partij die het windpark bouwt en exploiteert. In het verleden werden hier ook subsidies voor beschikbaar gesteld, maar de huidige windmolenparken worden aangelegd zonder subsidie.
Nieuwe parken
Blauwwind (o.a. Shell en Eneco) kreeg in 2016 de vergunning om de kavels III en IV in het windenergiegebied Borssele te exploiteren. Ørsted kreeg in datzelfde jaar een vergunning voor de kavels Borssele I en II. Deze windparken zijn nu klaar.
Two Towers B.V. (een vennootschap van Van Oord Renewable Finance, Investri Offshore en Green Giraffe Holding) werd in 2018 winnaar van de tender Borssele Innovatiekavel V. Deze innovatiekavel biedt de mogelijkheid om enkele innovaties uit te testen en/of te demonstreren voor echte marktintroductie, zoals ook te zien is in onderstaande (Engelstalige) video. De bouw is inmiddels klaar en het windpark is gereed met twee turbines van 9.5 megawatt (MW).
Na twee subsidievrije aanbestedingsrondes in 2018 en 2019, zijn aan Vattenfall de vergunningen voor de bouw van Hollandse Kust Zuid verleend. De twee projecten worden gecombineerd tot het eerste subsidieloze windpark. Dit windpark moet in 2023 klaar zijn. Het CrossWind consortium, een samenwerking tussen Shell en Eneco, gaat het volgende subsidieloze windpark op de Nederlandse Noordzee bouwen en exploiteren. Dit park komt in het windenergiegebied Hollandse Kust (noord). Het generatorvermogen van een enkele windturbine in dit nieuw te bouwen park is 11 MW. Dit is twee tot drie keer zoveel in vergelijking met de huidige windturbines van 3 tot 5 MW. Op de tekentafel liggen zelfs turbines met een vermogen van 20 MW.
Situatie na 2030
In 2050 zal windenergie op zee een belangrijke energiebron zijn om de CO2-uitstoot van ons land naar nul terug te brengen. De verwachting is dus dat er nog meer windparken komen op zee. De onbenutte delen van de windenergiegebieden bieden nog maar beperkt ruimte voor nieuwe windparken. De overheid zal nieuwe windgebieden moeten aanwijzen voor een doorgroei naar 38 tot 72 GW in 2050.
Nieuwe windenergiegebieden wijst het kabinet aan in het Programma Noordzee 2022-2027. In dit programma wijst de overheid ruimte aan voor 27 GW aan extra capaciteit op zee. Samen met de 11 GW die al was gepland kan daarmee de minimale 38 GW worden gerealiseerd.
Voor die extra 27 GW zijn er acht zoekgebieden aangewezen die nog worden onderzocht. Het kaartje hieronder laat zien dat dit om grote gebieden op zee gaat. Soms lijkt de term windpark helemaal niet zo logisch, het zijn eigenlijk grote gebieden met windmolens.

Er is ook onderzoek gedaan naar de economische waarde van deze zoekgebieden voor de Nederlandse visserij. Dit onderzoek is te vinden via deze link.
Mogelijke scenario’s
Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft 4 scenario’s uitgewerkt, welke zijn te vinden in dit rapport. Deze scenario’s proberen antwoord te geven op de vraag: wat zijn de mogelijke ruimtelijke en ecologische gevolgen van mogelijke ontwikkelingen op de Noordzee en specifiek het Nederlandse deel van de Noordzee, en wat betekent dat voor het beleid?

Het hangt onder meer af van de vraag naar windenergie op zee en of het mogelijk is om het energiesysteem flexibeler te maken zodat we goed kunnen omgaan met de natuurlijke schommelingen in het aanbod van zon en wind. De laatste informatie over de situatie na 2030 is hier te vinden.
Plannen Verenigd Koninkrijk
Met 36% van het totaal geïnstalleerde vermogen in de wereld is het Verenigd Koninkrijk een leider te noemen op het gebied van windenergie op zee. In 2018 leverde het Verenigd Koninkrijk 45% van de totale Europese capaciteit aan windenergie. Ook bevonden zich 38 operationele windparken op zee en kwam er in dit jaar weer 1.8 GW bij. Het totale vermogen van wind op zee in de Britse wateren bedraagt momenteel 9.9 GW.
Het Britse ministerie van Energie kondigde in september 2019 een nieuwe aanbestedingsronde aan (Round 4 genaamd) voor ten minste 7 GW aan nieuw vermogen aan offshore windparken. Deze aanbestedingsronde startte in oktober 2019 en liep tot de herfst van 2020. De ambitie was om in 2030 tenminste 30 GW aan windenergie te produceren. Deze ambitie is inmiddels verhoogd tot 40 GW zoals valt te lezen in dit artikel.
Voor de vissers die in Brits water komen is het belangrijk om alle actuele ontwikkelingen te volgen. Er zijn volop bouwwerkzaamheden en men is bezig met surveys. Via de site en app van Kingfisher kan een visser de Britse berichten ontvangen. De kaart die op deze site staat kan een visser helpen om inzicht te krijgen of er voor de komende periode voor een gebied berichten zijn afgegeven. Verder kan een visser een account aanmaken en aangeven in welke gebieden hij actief is en welke alerts hij wil ontvangen.

Plannen België
Informatie over de ontwikkelingen van windmolenparken in de Belgische Noordzee is te vinden op de website van het Belgian Offshore Platform (BOP). Dit is de vereniging van investeerders en eigenaars van windmolenparken in het Belgische deel van de Noordzee. Het BOP werd in 2011 opgericht om de ontwikkeling van windenergie in de Belgische Noordzee te bepleiten. Op de website van BOP is ook informatie over de ontwikkelingen van de windmolenparken in de Belgische Noordzee te vinden.

Offshore windturbines in België vertegenwoordigen eind 2020 bijna 2.3 GW geïnstalleerde capaciteit in de Noordzee. Dit vertegenwoordigt ongeveer 10% van de totale elektriciteitsvraag van België. Na 2020 gaat de capaciteit offshore wind in de Noordzee stijgen tot 4.5 GW.
Plannen Duitsland
Duitsland heeft de doelstelling voor offshore windenergie verhoogd van 15 naar 20 GW in 2030. Dit betekent dat het federale bureau voor de scheepvaart en hydrografie (BSH) het gebiedsontwikkelingsplan voor de Noordzee en de Baltische zee bijwerkt. Hiervoor identificeren ze nieuwe gebieden die nodig zijn om de doelstelling van 20 GW windenergie op zee te halen. Dit is ook te lezen in dit artikel. BSH heeft een website waarop actuele informatie over de windmolenparken op zee te vinden is.

Plannen Denemarken
Denemarken was het eerste land met een windmolenpark op zee, namelijk het windmolenpark Vindeby. Daarnaast had Denemarken ook het eerste grootschalige windmolenpark in de vorm van Horns Rev 1. Dit park werd opgeleverd in 2002. Het Deense Energie Agentschap heeft een website met het laatste nieuws over windmolenparken op zee voor het Deense deel van de Noordzee.

Mogelijkheden voor drijvende windparken
Omdat ondiepe gebieden in zee wereldwijd schaars zijn – en omdat ze ook druk gebruikt worden door andere sectoren – wordt gewerkt aan drijvende offshore windturbines (zie hieronder). Deze ontwikkelingen kunnen er in de toekomst mogelijk voor zorgen dat windmolens buiten de drukke, ondiepe gebieden in zee geplaatst kunnen worden en er minder conflicten ontstaan.

In 2017 werd het eerste drijvende windpark in gebruik genomen voor de kust van Schotland (zie onderstaande film). Dit park op ongeveer 15 km van de kust van Aberdeenshire is in 2021 voltooid en heeft een opgesteld vermogen van 50 MW. Deze techniek maakt het mogelijk om windturbines te bouwen in gebieden tot 800 meter diep.