Nieuwe markten vis

De gemiddelde Nederlander eet zo’n 20 tot 22 kg bruto per persoon per jaar aan ‘zeebanket’ zoals je hier kunt lezen. Met bruto bedoelen we het gewicht aan vis, schaal- en schelpdieren inclusief de niet-eetbare delen zoals schelpen, graten, ingewanden, kop en huid. Eet je bijvoorbeeld een scholfilet dan eet je dus slechts 30-40% van totaalgewicht van de gehele schol. Als je het gewicht van alle niet-eetbare delen niet meerekent, dan eet de gemiddelde Nederlander ongeveer 4 tot 10 kg vis, schaal en schelpdieren per persoon per jaar in Nederland.

De gemiddelde consumptie ligt binnen Europa op zo’n 23-24 kg bruto aan zeebanket per persoon. In Zuid-Europese landen ligt de visconsumptie veel hoger dan in Nederland. Zo eet men in Portugal (55 kg bruto per persoon), Spanje (45 kg bruto per persoon) en Frankrijk (33 kg bruto per persoon) per jaar veel meer vis, schaal- en schelpdieren dan in Nederland.

De visconsumptie in Nederland is klein als je het vergelijkt met de vleesconsumptie. De gemiddelde Nederlander eet veel meer vlees per persoon per jaar zoals je in onderstaand figuur kunt zien. In totaal eet de gemiddelde Nederlander zo’n 39 kg vlees per jaar. Dit is een veelvoud van de 4-10 kg vis, schaal- en schelpdieren die Nederlanders gemiddeld jaarlijks eten.

Overzicht van de vleesconsumptie per (vlees)diersoort in 2019 in Nederland. Bron: Wageningen Economic Research / Dagevos et al. (2020)

Meest gegeten soorten

In 2021 werd in Nederland afgerond 370 miljoen kg vis (bruto gewicht) gegeten. Nederlanders eten vooral geïmporteerde vis, zoals tonijn, pangasius en zalm. De belangrijkste soorten qua consumptie in Nederland zijn:

  • Zalm (59,1 miljoen kilo levend gewicht)
  • Kabeljauw (26 miljoen kilo levend gewicht)
  • Haring (20,5 miljoen kilo levend gewicht)
  • Tonijn (20,4 miljoen kilo levend gewicht)
  • Mosselen (17,8 miljoen kilo levend gewicht).

De belangrijkste producten qua consumptie zijn kibbeling (50,4 miljoen kilo), lekkerbek (33,6 miljoen kilo) en vissticks (13,9 miljoen kilo). Mensen die vis eten, kopen vis met name omdat ze vis gezond en lekker vinden. Ook wordt vis eten gezien als afwisselend. Mensen die geen vis eten, eten voornamelijk geen vis door de geur of omdat ze het niet lekker vinden.

Het merendeel van de vis die Nederlandse vissers vangen gaat naar het buitenland. Ruim 80% van alle platvis die de Nederlandse vissers vangen gaat naar het buitenland, vooral richting Duitsland, België en Zuid-Europa zoals je hieronder kunt zien.

Belangrijkste exportmarkten voor visproducten uit Nederland naar waarde (x 1.000 euro). Bron: Wageningen Economic Research

De belangrijkste afzetmarkten voor de pelagische vissoorten, zoals blauwe wijting en haring, bevinden zich voornamelijk in Afrika en Azië.

Aandacht voor soorten uit de Noordzee

Er zijn verschillende initiatieven om vis uit de Noordzee meer onder de aandacht te brengen. Zo vond een groep Belgische chef-koks het vreemd dat consumenten in België en Nederland slechts een beperkt aantal soorten vis koopt en consumeert. Van de vis die ze kopen komt een overgroot deel ook van ver (zalm, tonijn), terwijl de Noordzee heel veel te bieden heeft op het gebied van vis. Ze besloten om samen te werken met een aantal reders en handelaren om minder bekende vissoorten en bijvangst uit de eigen Noordzee op de kaart te zetten, zoals te zien is in onderstaand filmpje.

Deze groep noemt zichzelf de North Sea Chefs en ze proberen dus een nieuwe markt te creëren voor de vissoorten die de Belgische en Nederlandse vissers vangen. Hun motto is dan ook: “We moeten leren eten wat de visser vangt. Niet enkel laten vissen wat wij willen eten en al de rest weggooien.”

Initiatieven Nederland

Ook in Nederland komt er steeds meer aandacht voor onbekende en ondergewaardeerde Nederlandse vissoorten zoals schar, wijting en rode poon. Zo zijn er meerdere restaurants die bijvangst serveren en is er een viswijzer voor bijvangstsoorten ontwikkeld.

Het creëren van een grotere vraag voor deze soorten kan ook voor vissers commercieel interessant zijn. Hoe groter de vraag, des te beter worden de prijzen van deze onbekende, ondergewaardeerde soorten.

Dichtbijvangst

Van 2019 tot en met 2022 vond het onderzoeksproject ‘Dichtbijvangst’ plaatst in en rondom Scheveningen. Dit project werd uitgevoerd in opdracht van de Stichting Noordzeevis uit Scheveningen en richt zich op het beter verwaarden van verse vis uit de Noordzee. Tegelijkertijd is gekeken naar mogelijkheden om jongeren te enthousiasmeren voor lokaal gevangen verse vis in restaurants in Scheveningen. In onderstaande video krijg je meer uitleg over het project.

Uit dit onderzoek naar de consumptie van vis onder jongeren en hoe lokale ondernemers in de visketen kunnen verdienen aan verse Noordzeevis zijn de volgende resultaten en aanbevelingen gekomen:

  • Met name minder bekende verse Noordzeevissoorten kunnen bij meer bekendheid en promotie een hogere prijs krijgen op de visafslag en in de keten zodra er meer vraag naar komt. Nu gaan minder bekende soorten zoals wijting, bot, grauwe poon en pieterman voor een lage prijs van vissers naar kopers. In onderstaande figuur zie je de gemiddelde prijs en aanvoervolumes voor verschillende vissoorten die verkochten worden op de visafslag in Scheveningen.
De prijs (euro) en aanvoervolumes (in kilo) van verse Noordzeevis op de visafslag van Scheveningen in 2019. Bron: NOVA visafslagen, bewerkt door Wageningen Economic Research
  • Op verse Noordzeevisproducten kan een hogere financiële marge behaald worden dan op diepvriessoorten zoals tonijn of zalm.
  • De persoonlijke waardering die een consument aan het visproduct geeft is belangrijker dan de daadwerkelijke prijs. Bij waardering kan gedacht worden aan bekendheid met de smaak, textuur, gemak en sociale aspecten. De grootste uitdaging voor een goed verdienmodel met lokale verse Noordzeevis is het terugdringen van de mismatch tussen het lokale aanbod van verse Noordzeevis en de consumentenvoorkeur voor geïmporteerde vis van ver weg.
  • Onbekend maakt onbemind. Het is belangrijk dat jongeren en consumenten in het algemeen meer mogelijkheden zien om visproducten te proeven. Als de smaak en het gemak ervan overtuigend zijn, dan zal dit de vraag doen toenemen. Belangrijke suggesties en conclusies uit dit onderzoek naar visconsumptie onder jongeren zie je in onderstaande figuur.
Een overzicht van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek naar visconsumptie onder jongeren. Bron: Jaspers (2021)

Voor alle resultaten uit het onderzoeksproject ‘Dichtbijvangst’ kun je hier het volledige rapport lezen.

Nieuwe markt en bestrijding overlast

In Friesland is een groep vissers aan de slag gegaan om van een plaag een delicatesse te maken. Het gaat hierbij om de Amerikaanse rivierkreeft die onderwaterplanten eet en ze kapot maakt. Inheemse soorten die afhankelijk zijn van deze planten, zoals diverse soorten vissen, amfibieën, kevers en vogels, hebben hier last van. Daarnaast veroorzaken Amerikaanse rivierkreeften ook schade aan oevers van sloten en andere wateren. Deze soort is prima te eten dus mogelijk biedt deze soort een kans voor Nederlandse vissers, zoals hieronder is te zien.

Vissers zouden dus kunnen helpen aan het oplossen van een probleem, terwijl ze er zelf ook geld aan kunnen verdienen door een nieuwe markt te creëren. Hiermee zou het mes aan twee kanten snijden.

Nieuwe markt voor reststromen

Door verschillende bedrijven wordt gekeken of reststromen van vis zoals kop, graat, organen en huid van vis waardevol kan zijn voor nieuwe producten. Het gebruiken van reststromen voor de productie van nieuwe producten noemt men ook wel circulariteit. In de vleesverwerkende sector is het al gebruikelijk om alle onderdelen van het dier optimaal te gebruiken. We noemen dit vierkantsverwaarding. De visserij en visverwerking gebruiken vaak lang niet alle onderdelen van de gehele vis om er producten van te maken. Zie hieronder een video van een Nederlandse viskweker van tarbot, die vertelt hoe hij naar circulariteit kijkt.

In IJsland en Noorwegen wordt al jaren geëxperimenteerd om zoveel mogelijk van de hele vis te gebruiken. De afbeelding hieronder van de IJslander Thor Sigfusson (Iceland Ocean Cluster) geeft weer dat er meer dan 10 producten uit een kabeljauw gehaald kunnen worden die bijdragen aan de opbrengsten van de visser en visverwerker.

Hier zie je dat er wel 10 verschillende producten uit een kabeljauw gemaakt kunnen worden. Bron: Thor Sigfusson

Ook voor de Nederlandse vissector liggen nog volop kansen om visresten te gebruiken voor nieuwe producten zoals sportvoedingssupplementen, collageen als gezichtsverzorgingsproduct, visolie en omega-3 rijke viscapsules, vissausen, (huis)diervoeding, en modeproducten gemaakt van vishuiden.