Nederlanders eten weinig vis in vergelijking met andere (Zuid-Europese) landen. De gemiddelde Nederlander eet 4 á 5 kg per persoon per jaar aan ‘zeebanket’. Dat is een kleine hoeveelheid als je het vergelijkt met de vleesconsumptie. De gemiddelde Nederlander eet maar liefst tussen de 70 á 80 kg vlees per persoon per jaar volgens Wageningen Economic Research. Daarnaast eten Nederlanders vooral geïmporteerde vis, zoals tonijn, pangasius en zalm.
Dit betekent dat het merendeel van de vis die gevangen wordt door Nederlandse vissers naar het buitenland gaat. Ruim 80% van alle platvis die de Nederlandse vissers vangen wordt als bulk geëxporteerd naar het buitenland, vooral richting Duitsland, België en Zuid-Europa. De belangrijkste afzetmarkten voor de pelagische vissoorten, zoals blauwe wijting en haring, bevinden zich voornamelijk in Afrika en Azië.

Een groep Belgische chef-koks vond het vreemd dat consumenten in België en Nederland slechts een beperkt aantal soorten vis koopt en consumeert. Van de vis die ze kopen komt een overgroot deel ook van ver (zalm, tonijn), terwijl de Noordzee heel veel te bieden heeft op het gebied van vis. Ze besloten om samen te werken met een aantal reders en handelaren om onbeminde vis uit de eigen Noordzee op de kaart te zetten, zoals te zien is in onderstaand filmpje.
Deze groep noemt zichzelf de North Sea Chefs en ze proberen dus een nieuwe markt te creëren voor de vissoorten die de Belgische en Nederlandse vissers vangen. Hun motto is dan ook: “We moeten leren eten wat de visser vangt. Niet enkel laten vissen wat wij willen eten en al de rest weggooien.”
Ook in Nederland komt er steeds meer aandacht voor onbekende en ondergewaardeerde Nederlandse vissoorten zoals schar, wijting en rode poon. Zo zijn er meerdere restaurants die bijvangst serveren en is er een viswijzer voor bijvangstsoorten ontwikkeld. Ook in de media besteed men hier aandacht aan, zoals te zien is in onderstaande aflevering van Kassa en BinnensteBuiten.
Het creëren van een grotere vraag voor deze soorten kan ook voor vissers commercieel interessant zijn. Hoe groter de vraag, des te beter worden de prijzen. In Friesland zijn vissers binnen de Kenniskring Visserij zelfs aan de slag gegaan om van een plaag een delicatesse te maken. Het gaat hierbij om de Amerikaanse rivierkreeft die het Nederlandse oppervlaktewater verovert en een serieuze plaag dreigt te worden. Ze vreten sloten kaal, waardoor andere planten en dieren verdwijnen. Daarnaast veroorzaken ze ook schade aan oevers van sloten en andere wateren. Deze soort wordt op grote schaal gekweekt en gegeten in andere landen, dus mogelijk biedt deze soort een kans voor Nederlandse vissers, zoals hieronder is te zien.
Vissers zouden dus kunnen helpen aan het oplossen van een probleem, terwijl ze er zelf ook geld aan kunnen verdienen door een nieuwe markt te creëren. Hiermee zou het mes dus aan twee kanten snijden.
Er zijn ook bedrijven die bestaande producten op een andere manier in de markt proberen te zetten, bijvoorbeeld door ze anders te bereiden en aan te bieden. Zo kan men tegenwoordig ook mosselen uit de magnetron eten, zoals te zien is in onderstaande aflevering van ”De wilde keuken”. Met de kant-en-klare mosselen kunnen ze nieuwe consumenten en markten bedienen met hun product (minuut 1:30 tot 2:46).