Hoe lees je een vangstadvies?

In dit artikel beschrijven we hoe een vangstadvies gelezen wordt. Om een vangstadvies goed te kunnen begrijpen is het handig om te weten hoe je een grafiek afleest. Hieronder geven we enkele vuistregels voor het lezen van een grafiek.

Vuistregels voor het lezen van een grafiek

Het eerste wat je bij een grafiek wilt weten, is waar de grafiek over gaat. Het belangrijkste hierbij is om te weten welke informatie er op de assen staat:

  • De verticale as is de y-as. De y-as zegt meestal iets over de hoeveelheid.
  • De horizontale as is de x-as. De x-as geeft vaak de tijd of de categorieën aan die veranderen.

Zo heb je bijvoorbeeld een grafiek over lichaamsgroei. Dan zou op de x-as de leeftijd staan en op de y-as de lengte in centimeters of het gewicht in kilogram. Grootheden zijn dan dingen als leeftijd, lengte en gewicht. Bij deze grootheden horen eenheden. Eenheden zijn de waarden die je meet, zoals jaren voor leeftijd, centimeters voor lengte en kilogram voor gewicht. Als je dit in een grafiek zet ontstaat er een ontwikkeling, dit noemen we ook wel een trend. Als je veel van dit soort gegevens combineert, krijg je een gemiddelde trend. En als je dit over meerdere jaren doet kun je hieruit voorspellen wat er in de toekomst mogelijk gaat gebeuren. In onderstaande video wordt dit alles uitgebreid uitgelegd.

Nu je weet hoe je het beste een grafiek kunt aflezen, leggen we hieronder uit wat de basisbegrippen zijn waaruit een vangstadvies is opgebouwd.

Enkele basisbegrippen

Het vangstadvies wordt afgeleid uit de bestandschatting. Deze wordt gegeven per vissoort in een bepaald gebied. Het ICES-advies bestaat uit een aantal grafieken en tabellen. Hieronder leggen we deze uit aan de hand van twee vangstadviezen. Hierin komen een heleboel begrippen voor. Daar lopen we eerst even doorheen, zodat je alle kennis hebt om een vangstadvies te kunnen lezen. Er zijn vier begrippen die een grote rol spelen in een vangstadvies:

  1. Vangstgegevens: Het deel wat aangeland wordt plus de (geschatte) discards. De vangsten worden vaak uitgedrukt in tonnen (1000 kg).
  2. Sterfte: Zowel natuurlijke sterfte (M) en visserijsterfte (F). Visserijsterfte gaat over het deel van het visbestand per leeftijdsgroep (in tonnen) die door de visserij wordt opgevist. De visserijsterfte wordt vervolgens gemiddeld over een aantal leeftijden. In de kern betekent dit dat een hoger getal op de y-as van de grafiek voor een hogere totale sterfte staat.
  3. Rekrutering (R): Jonge aanwas, dus het aantal jonge vissen wat er elk jaar bijkomt. Dit is vaak het aantal 0 of 1-jarige vissen.
  4. Paaibiomassa (SSB): Het deel van de vissen in het bestand die paairijp zijn en zich kunnen voortplanten (zowel mannetjes als vrouwtjes).

Na deze begrippen gaan we verder met een uitleg over referentiepunten die worden gebruikt in een vangstadvies.

Referentiepunten

Bij duurzaam visserijbeheer is het doel om het bestand zo te bevissen dat het bestand een gezonde grootte heeft, zodat het nu en in de toekomst een goede vangst blijft geven. Om dit te kunnen bepalen worden er referentiepunten opgesteld. Aan de hand van deze referentiepunten kan worden bepaald of een bestand een gezonde omvang heeft. Enkele referentiepunten zijn:

  • Blim  Limietniveau – De ondergrens van de hoeveelheid paairijpe vis. Onder deze grens neemt de kans op slechte jaarklassen toe.
  • Bpa Voorzorgsniveau paaibiomassa – Omdat een bestandschatting altijd onzeker is (het blijft een schatting), kiest de beheerder voor een veiligere grens. De voorzorgsgrens (Bpa) kun je zien als een buffer op de limietgrens (Blim). Als het bestand onder de voorzorgsgrens zou komen, dan zou de beheerder al maatregelen moeten nemen om verdere daling van het bestand te voorkomen.
  • FMSY De visserijsterfte die leidt tot de Maximaal Duurzame Oogst (Maximum Sustainable Yield) – Dit is het niveau van maximaal duurzame oogst die op de lange termijn de hoogst mogelijke gemiddelde oogst behaalt met behoud van een gezond ecosysteem. In het beheer wordt vooral visserijsterfte (FMSY) genoemd omdat die te beïnvloeden is door middel van quotabeheer, BMSY is dat niet.

Overige referentiepunten

Verder staan in de grafieken van het vangstadvies nog de volgende referentiepunten. Deze worden in mindere mate gebruikt in de Europese beheerplannen. Hier zullen we daarom ook niet te diep op ingaan.

  • MSY Btrigger is de laagste waarde van de paaibiomassa als er op FMSY gevist wordt. Deze waarde activeert voor ICES een reactie, want als de paaibiomassa onder de MSY Btrigger waarde komt zal de visserijsterfte moeten dalen. Hierdoor kan de paaibiomassa herstellen om uiteindelijk de populatie weer op te bouwen.
  • Flim Limiet referentiepunt – Langdurige visserij met deze visserijdruk zorgt ervoor dat de paaibiomassa daalt naar Blim.
  • Fpa Voorzorgsniveau visserijsterfte – Langdurige visserij met deze visserijdruk zorgt ervoor dat de paaibiomassa daalt naar Bpa.
Referentiepunten voor het paaibestand (ssb) in tonnen vis op de y-as en jaren op de x-as. Bron: ICES
Referentiepunten voor de visserijdruk (F) op de y-as en jaartallen op de x-as. Bron: ICES

Adviesbasis

Met behulp van de referentiepunten bepaal je het vangstadvies. Dat vangstadvies wordt gegeven op basis van een van de volgende opties. Welke optie (oftewel adviesbasis) er gekozen wordt is afhankelijk van de beslissing van de beheerder en de hoeveelheid beschikbare gegevens.

  • Beheerplan– Een meerjarige strategie waar specifieke plannen voor beheer in zijn vastgelegd voor bepaalde soorten of groepen soorten. Het beheerplan moet wel duurzaam zijn en een laag risico geven dat het bestand onder Blim komt.
  • FMSY– Visserijsterfte die je aan moet houden om een maximale duurzame oogst te behalen. FMSY is een na te streven doel.
  • Voorzorgsbenadering– Het bestand wordt zodanig beheerd dat de visserijsterfte niet te hoog is en dat er een kleine kans is dat het bestand onder Blim komt. Deze vorm van beheer richt zich op het vermijden van een negatieve situatie.

ICES-gebied

Wanneer je naar de website van ICES gaat om te kijken naar een vangstadvies, dan moet je een ICES-gebied kiezen. Je krijgt dan het vangstadvies te zien voor dat bewuste ICES-gebied. Daarom leggen we hier eerst uit hoe de Noordzee verdeeld is in het vangstadvies.

Overzicht van de ICES-gebieden (3a, 4a, 4b, 4c, 7d, 7e) die (gedeeltelijk) in de Noordzee liggen. Bron: ICES

Verdeling Noordzee

De Noordzee is verdeeld over alle landen die eromheen liggen in zogenaamde Exclusieve Economische Zones (EEZ’s). ICES heeft de Europese wateren op een andere manier verdeeld, namelijk in ICES-gebieden. Al deze ICES-gebieden hebben een code. Je kunt deze verdeling hier vinden. Elk visbestand krijgt een vangstadvies, maar een visbestand kan zich over meerdere ICES-gebieden uitstrekken. Hierdoor gaat een vangstadvies dus vaak over meerdere ICES-gebieden.

Verschillende soorten vangstadvies

Er zijn verschillende soorten vangstadviezen. Er zijn:

  1. Vispopulaties waarvan we veel weten. Dit zijn gegevens-rijke bestanden.
  2. Vispopulaties waar we minder van weten. Dit zijn gegevens-arme/data-gelimiteerde bestanden.

In dit artikel geven we een voorbeeld voor beide type bestanden: het vangstadvies van tong (gegevens-rijk bestand) en stekelrog (gegevens-arm bestand). Hierbij gebruiken we alles wat hierboven is uitgelegd.

1. Vangstadvies tong (gegevens-rijk bestand)

We beginnen met een vangstadvies voor tong (Engels: Sole), het advies uit 2016 van gebied 4. Het vangstadvies begint met de maximale vangst in tonnen die vissers uit dat deel van de Noordzee mogen vangen. Dit is 15.251 ton tong voor 2016. Dit advies geeft de totale hoeveelheid tong (uitgedrukt in tonnen) wat vissers in dit deel van de Noordzee duurzaam kunnen vangen. Het advies is afgegeven op basis van het geaccepteerde beheerplan van de EU.

Ontwikkelingen in het bestand

Het volgende kopje in het vangstadvies geeft vier grafieken. Deze grafieken zijn berekend met behulp van modellen en het vangstadvies is hierop gebaseerd. De eerste grafiek geeft de totale vangst aan (total catches), dit is het aantal wat is aangeland plus de bijvangst. Hier staat op de y-as dus het aantal (duizend) tonnen vangst en op de x-as de jaren van 1957 tot 2017.

Deze grafiek geeft de totale vangst in tonnen weer tussen 1957 en 2017. Dat zijn dus de aangelande vangst en bijvangst samen. Bron: ICES

Sterfte door de visserij

Linksonder staat de grafiek over de visserijsterfte (Engels: fishing mortality). Bij deze grafiek staan de jaren weer op de x-as en op de y-as staat de procentuele vangst van tong in de leeftijd van 2 tot 6 jaar (het grootste deel van de vangst komt van leeftijd 2-6 en daarom wordt visserijsterfte specifiek voor deze leeftijden uitgedrukt). Het is duidelijk dat de visserijsterfte een aantal keer boven Flim is uitgekomen. Dit betekent dat er meerdere keren harder is gevist dan dat goed is voor het bestand, waardoor er een vergroot risico ontstaat op het voortbestaan van het tongbestand. Dit kan dan effecten hebben op het bestand en het advies voor het jaar erna. In 2015 lag de visserijsterfte precies op Fmsy, oftewel het niveau waarop je duurzaam kan blijven vissen. De maximale duurzame vangst (MSY) is verder uitgelegd in dit artikel.

De visserijsterfte voor tong over de periode 1957 tot 2015. Hij raakt nu de oranje onderste lijn (Fmsy). Dit is de maximale duurzame vangst. Op de y-as staat de procentuele vangst van het hele visbestand in de leeftijd 2 tot 6 jaar. Bron: ICES

Jonge aanwas

De volgende grafiek gaat over de jonge aanwas van 1-jarigen (Engels: recruitment), oftewel de hoeveel jonge tongetjes die zijn geboren. Hierbij staat het aantal 1-jarigen (uitgedrukt in miljoenen) op de y-as over de periode 1957-2015 (x-as). Dit is dus de toestroom van jonge tong aan het bestand.

Jonge aanwas tussen 1957 en 2017. Aantallen 1-jarigen tong in miljoenen. Bron: ICES

Paaibiomassa

De laatste grafiek gaat over de paaibiomassa (Engels: spawning stock biomass (SSB)), oftewel het deel van het visbestand dat oud genoeg is om zich voort te planten (uitgedrukt in 1000 ton). Als de paaibiomassa te klein wordt, dan kunnen ze niet voor voldoende nakomelingen zorgen om duurzaam te kunnen blijven vissen. Je ziet in onderstaande grafiek dat de paaibiomassa van tong een aantal jaar net onder de voorzorgsgrens (Bpa) is bevist, maar boven de ondergrens (Blim). Sinds 2012 ligt de paaibiomassa weer boven de voorzorgsgrens (Bpa).

De paaibiomassa voor tong tussen 1957 en 2015. De paaibiomassa van tong wordt uitgedrukt in tonnen. Bron: ICES

Het vangstadvies voor tong samengevat

Vanuit deze vier grafieken kun je afleiden hoe het met het tongbestand gaat. Op basis hiervan wordt het vangstadvies gegeven voor het aankomende jaar. Er wordt ook een samenvatting gemaakt van de toestand van het tongbestand en of de gewenste doelen/waarden wel (groen vinkje) of niet (rood kruis) zijn gehaald. In onderstaande tabel kun je zo’n samenvatting zien. De samenvatting hieronder laat zien dat de visserijsterfte (Fmsy) in 2015 in overeenstemming was met FMSY en dat het tongbestand zich op een gezond niveau bevond.

Samenvatting vangstadvies tong 2016. *Voor Fmsy geldt dat wanneer deze op of onder het doel zit de voorwaarde van MSY behaalt zijn. *Fmgt is het gestelde management niveau voor de visserijsterfte. *Bmgt is het gestelde doel door management voor de paaibiomassa. Bron: ICES

2. Vangstadvies stekelrog (gegevens-arm bestand)

Over de status van het tong- en scholbestand in de Noordzee weten we veel. Er is, mede met hulp van de visserij, veel informatie verzameld over deze bestanden. Daarentegen zijn er ook soorten waarbij dit anders is, omdat ze niet commercieel belangrijk zijn of omdat er minder van gevangen wordt. Deze soorten zijn ‘gegevens-arm’. Niet alle gegevens-arme bestanden zijn vergelijkbaar in de hoeveelheid beschikbare gegevens of de analysemogelijkheden. Daarom deelde ICES de bestanden in zes verschillende categorieën, zoals je kunt lezen in het rapport ICES’ aanpak voor Data Limited Stocks (DLS).

Vangstgegevens

Een voorbeeld van een vangstadvies voor een gegevens-arm bestand is het vangstadvies van de stekelrog. Het vangstadvies voor 2019 van de stekelrog gaat over de Noordzee, Skagerrak, Kattegat en het oostelijk Kanaal. Zoals je hieronder kunt zien zijn de grafieken voor de bestandschatting van de stekelrog heel anders dan die voor tong hierboven. Allereerst zie je dat we over een veel kortere tijdsperiode informatie hebben over de stekelrog. Hierdoor kun je het vangstadvies met veel minder zekerheid vaststellen.

Vangstgegevens stekelrog, het aangelande gewicht in 1000 ton. Bron: ICES

Gegevens-arme soorten hebben geen referentiepunten als Bmsy, Blim enzovoorts. Vandaar dat al die indicatoren in onderstaande grafiek grijs zijn. Dit betekent ook dat je de paaibiomassa en de visserijsterfte niet ten opzichte van deze referentiepunten kunt uitdrukken. In plaats daarvan zie je grovere grafieken die meer ‘trends’ aangeven. Ze zijn relatief en dus vooral bedoeld om te laten zien hoe het ten opzichte van de vorige jaren gaat en hoe het bestand zich in grote lijnen ontwikkeld.

Indicator bestandsgrootte voor stekelrog. De oranje strepen geven het geschatte bevisbare bestand van de stekelrog voor 2017-2018 en voor 2012-2016 weer. Bron: ICES

Het vangstadvies voor stekelrog samengevat

Bij adviezen op dit soort gegevens-arme bestanden gaat men vaak uit van de voorzorgsbenadering (in het Engels: precautionary approach). Dit betekent dat de onderzoekers minder scherpe adviezen uit kunnen geven over de te vangen hoeveelheid vis. Dit geldt ook voor het geven van advies aan de gemengde visserij, omdat hier soorten bij zitten waar we dus veel van weten en soorten waar we weinig van weten. Er volgt een voorzichtig advies aan de beheerder omdat er veel onbekend is, zoals in de onderstaande afbeelding is te zien.

Samenvatting vangstadvies. Bron: ICES

De beheerder geeft vaak een lager quotum uit vanuit een advies op basis van de voorzorgsbenadering dan wanneer er meer gegevens zouden zijn. De visserij ziet soms heel andere patronen in de praktijk dan wat er aan quota wordt uitgegeven. Daarom is het belangrijk om meer gegevens te verzamelen voor visbestanden waar we minder van weten. Een voorbeeld van een project waarbij de visserij samenwerkt met onderzoekers om meer gegevens te verzamelen is het project Innorays. Dit project heeft als doel om deze gegevens te achterhalen voor roggen. Meer over dit project kun je lezen in dit artikel.

Laatste ICES adviezen

De laatste vangstadviezen voor de Noordzee en andere gebieden staan op de ICES website. Hieronder hebben we de belangrijkste Nederlandse doelsoorten en de laatste uitgegeven adviezen voor deze soorten alvast op een rijtje gezet.

Vangstadvies voor enkele soorten

(Scophthalmus rhombus) 2024 Griet
(Clupea harengus) 2024 Haring
(Gadus morhua) 2024 Kabeljauw
(Scomber scombrus) 2022 Makreel (Noordoost Atlantische Oceaan)
(Nephrops norvegicus) 2024 Noorse kreeft
(Pleuronectes platessa) 2024 Schol
(Scophthalmus maximus) 2024 Tarbot
(Solea solea) 2024 Tong

Uitleg van de nieuwe vangstadviezen

Op de website van Wageningen Marine staat ook een korte samenvatting van de nieuwe vangstadviezen uit 2024 voor 2025.

De samenvatting lees je hier.