In de Nederlandse trawlvisserij heeft de rederij de rol van het visserijbedrijf en wordt in de Nederlandse wet aangeduid als de scheepsbeheerder. Het uitgangspunt is dat er juridisch een gezagsverhouding is tussen de rederij en de bemanning die allen in loondienst ofwel werknemers zijn.
Als je in dienst aan boord treedt in de Nederlandse pelagische visserij (trawlvisserij), dan kan dat voor één of meer visreizen voor een andere bepaalde tijd, of voor onbepaalde tijd zijn. In een zogenaamde zee-arbeidsovereenkomst in de zeevisserij (Burgerlijk Wetboek boek 7 art. 739-746), de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Trawlvisserij (CAO Trawlvisserij) en eventueel aanvullende CAO’s worden de rechten en plichten van werknemer en werkgever vastgelegd.
Op de zee-arbeidsovereenkomst is een wettelijke proeftijd van toepassing en het tussentijds beëindigen is onder voorwaarden mogelijk. Als werknemer heb je onder andere recht op betaling van een loon bij:
- ziekte en studie;
- vakantiegeld;
- vakantieverlof;
- bijzonder verlof;
- uitkering bij overlijden; en
- deelname aan de Collectieve arbeidsovereenkomst pensioenregeling zeevisserij.
Maatschapvisser
Als maatschapvisser ben je zelfstandig en treed je toe tot een maatschap in de zeevisserij. De maatschap oefent het visserijbedrijf uit en wordt in de Nederlandse Wet zeevarenden (art. 1 lid 1 sub l) aangeduid als de scheepsbeheerder. Het uitgangspunt is dat er juridisch geen hiërarchische relatie tussen de maten (vennoten) mag bestaan, ofwel ze zijn principieel elkaars gelijke. De belastingdienst ziet de eigenaar als ondernemer en een opvarende als een maat.
In een maatschapsovereenkomst staan de rechten en plichten van de eigenaar van het schip, van de schipper en de rest van de bemanning. Een maatschapsovereenkomst wordt meestal gesloten voor de periode van een kalenderjaar. Tussentijds opzeggen kan onder voorwaarden. De maatschapsovereenkomst en -voorwaarden van de Stichting Sectorraad Visserij en het Sociaal Fonds voor de Maatschapvisserij (SFM) worden standaard door de Nederlandse kottervisserijbedrijven gebruikt. Deze zijn te vinden op websites van de Nederlandse Vissersbond, het SFM en VisNed.
Rolverdeling
Zowel in de pelagische rederij als in de maatschap is er sprake van een rolverdeling, die in belangrijke mate door de wetgeving wordt opgelegd. De scheepsbeheerder (rederij of maatschap) oefent het visserijbedrijf uit. Het schip en de vangstrechten behoren de rederij toe, of, in de maatschap constructie, worden door de eigenaar aan de maatschap ter beschikking gesteld.
In beide gevallen brengen de vissers, de schipper en de rest van de bemanning, hun arbeid, vlijt en kennis in. De bemanning dient over geldige vaarbevoegdheden, certificaten en overige wettelijke voorgeschreven documenten te beschikken.
De rol van de schipper (kapitein) is onder andere vastgelegd in de Wet zeevarenden (art. 27-32a). Hij/zij heeft de leiding aan boord en moet zorgen voor het handhaven van de openbare orde en toezien op de veiligheid en gezondheid van alle opvarenden inclusief de bemanning. Als bemanningslid of andere opvarende dien je de orders van de schipper in dat kader op te volgen.
De maatschap heeft aan de schipper de bevoegdheid gegeven om te bepalen waar en hoelang er wordt gevist en in welke havens er wordt gelost. In de trawlvisserij bepaalt de schipper waar binnen de instructies van de scheepsbeheerder gevist wordt en waar de vangst wordt aangeland. Deze schippersbevoegdheid kan ook weer worden ingetrokken. De schipper treedt op als vertegenwoordiger van de scheepsbeheerder in de uitvoering van de zee-arbeidsovereenkomst om maatschapsovereenkomst. De scheepsbeheerder is juridisch gezien verantwoordelijk voor het behoorlijk bemannen van het vissersvaartuig en veilige arbeidsomstandigheden, maar de schipper moet daar invulling aan geven.
Naast de verschillen in overeenkomst en rolverdeling, is er ook een verschil in de beloning van vissers. Hierover lees je meer in het volgende artikel.