Vaargebied en vaartijd

Niet alleen de opleiding en trainingen zijn bepalend voor het verkrijgen van een bepaalde vaarbevoegdheid, ook het vaargebied en de vaartijd speelt een rol.

Vaargebied

Hoe verder een vissersvaartuig uit de kust is, hoe meer de bemanning op zichzelf is aangewezen. De communicatie, maar ook medische zorg, vraagt op grotere afstand andere competenties (kennis en vaardigheden) van de bemanning dan vlak onder de kust varende vissersvaartuigen.

De eisen voor schepen die dicht langs de kust opereren zijn anders ten opzichte van schepen die verder dan 30 mijl uit de kust vissen. Bron: Stichting de Noordzee

De Nederlandse overheid maakt daarbij onderscheid tussen beperkt (tot 30 mijl uit de kust) en onbeperkt (vanaf 30 mijl uit de kust) vaargebied. In het algemeen geldt hoe verder uit de kust, des te meer kennis en kunde vereist is.

Vaartijd

Een visserijdiploma met benodigde certificaten geeft recht op een startvaarbevoegdheid voor een bepaalde functie. Je kunt dan aan de slag als (junior) visserijofficier. Vanaf dat moment kun je beginnen met het opbouwen van ‘Vaartijd’. Dit geeft aan hoeveel ervaring je hebt met het uitoefenen van een bepaalde functie aan boord. Na verloop van tijd kun je ook een vaarbevoegdheid aanvragen voor een hogere functie aan boord. Dit kun je dan doen op basis van de ervaring (vaartijd) die je hebt opgedaan.

Zodra je beschikt over een visserijdiploma en de benodigde certificaten kun je vaartijd opbouwen. Bron: Nederlandse Vissersbond

Vaartijd als gezel (matroos) telt niet mee voor het verkrijgen van een vaarbevoegdheid voor visserijofficier-functies, ook niet voor het verlengen van die vaarbevoegdheid. Je kunt als gezel, op de leeftijd vanaf 16 jaar met 6 maanden vaartijd als aankomend wachtlopend gezel wel een vaarbevoegdheid ‘Wachtlopend gezel zeevisvaart’ krijgen. Dat geldt ook voor schoolverlaters met een SW6-, SW5- of SW4-diploma zonder vaartijd.

Vaartijd koopvaardij en visserij

Heb je vaartijd opgedaan in de koopvaardij, dan kun je die gebruiken om je vaarbevoegdheid in de visserij te verlengen. Hiervoor moet je dan wel beschikken over een geldende vaarbevoegdheid voor zowel koopvaardij als visserij.

Vaartijd opgedaan zonder geldig vaarbevoegdheidsbewijs kan niet worden meegeteld.

Schippers die na het behalen van hun SW5-diploma een aanvraag doen voor een vaarbevoegdheid schipper tot 60 meter voor onbeperkt vaargebied, hoeven slechts drie (3) maanden in een lagere functie als plaatsvervangend schipper te varen, mits ze kunnen aantonen dat ze alle benodigde vaartijd hebben opgedaan in die lagere (SW6-) functie. Die drie (3) maanden zijn, ondanks de ervaring die de schipper heeft, bedoeld om te wennen in de nieuwe SW5-functie.

Een Nederlands vissersvaartuig mag alleen naar zee als deze veilig bemand is. In het volgende artikel gaan we daarom in op de regels voor de bezetting aan boord.