Bezetting aan boord

Een Nederlands vissersvaartuig mag alleen naar zee als deze veilig bemand is. Dat wil zeggen dat over een minimumaantal bemanningsleden met de juiste vaarbevoegdheden wordt beschikt aan boord. We spreken ook wel over de vereiste bezetting aan boord. Bepalend daarbij zijn:

  • Het vaargebied;
  • Het voortstuwingsvermogen; en
  • De lengte van het vissersvaartuig.

Vaargebied

Hoe verder een vissersvaartuig zich uit de kust bevindt des te meer de bemanning op zichzelf is aangewezen in geval van calamiteiten. Immers kun je niet even naar binnen stomen als je ver op zee bent en kunnen hulpdiensten ook niet snel ter plaatse zijn. Verder op zee zijn betekent vaak ook dat er sprake is van langere visreizen en grotere noodzaak om tijdig en voldoende rust te kunnen nemen. En de maritieme communicatie verder uit de kust vereist meer kennis en kunde. Om die reden heeft de overheid voor Nederlandse vissersvaartuigen twee vaargebieden gedefinieerd;

  1. Beperkt vaargebied vissersvaartuigen tot 30 zeemijlen uit de kust vanaf de Franse, Belgische, Nederlandse, Duitse en Deense basislijnen tussen Dover in het zuiden en Skagen in het noorden;
  2. Onbeperkt vaargebied vissersvaartuigen omvattende het beperkt vaargebied en alle wateren daarbuiten.

Een vissersvaartuig moet in onbeperkt vaargebied over meer en zwaarder vaarbevoegde bemanningsleden aan boord beschikken dan in beperkt vaargebied.

Grote trawlers moeten vaak over meer en zwaarder vaarbevoegde bemanningsleden beschikken ten opzichte van een kotter. Bron: ProSea

Voortstuwingsvermogen en lengte vissersvaartuig

Een groot vissersvaartuig, in lengte en voortstuwingsvermogen uitgedrukt, heeft andere vaar- en viseigenschappen dan een klein vissersvaartuig. De mechanische, hydraulische en elektrische systemen aan boord van een groot vissersvaartuig zijn omvangrijker en complexer en vereisen meer kennis, vaardigheden en mankracht. Dat geldt ook voor de navigatie en het besturen van het vissersvaartuig.

Om die reden heeft de overheid voor Nederlandse vissersvaartuigen verschillende lengte- en vermogensklassen vastgesteld met betrekking tot de bezetting aan boord:

  1. Lengte (m):
    • tot 24 meter;
    • 24 tot 45 meter; en
    • 45 of meer.
  2. Vermogen (kW):
    • tot 750 kW;
    • 750 tot 1.125 kW;
    • 1.125 tot 3.000 kW;
    • 1.500 tot 3.000 kW;
    • 3.000 tot 6.000 kW;
    • 3.000 en meer.

Een groot vissersvaartuig, in lengte en vermogen uitgedrukt, moet over meer en zwaarder bevoegde bemanningsleden aan boord beschikken dan een klein vissersvaartuig.

Overzicht bezetting aan boord

In de onderstaande tabellen staan de minimale vereiste functies (bezetting) voor verschillende vissersvaartuigen.