Discards zijn alle vis en bodemdieren die na de vangst weer overboord gaan. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn:
- De vangst heeft geen of weinig waarde. Hierbij kun je denken aan zeesterren (worden niet gegeten) en schar (een krappe markt);
- De vangst is beschadigd;
- Volgens de regelgeving mag de vangst niet aangeland worden. Voorbeeld hiervan is een visser die geen vangstrecht heeft voor de betreffende vis of de vis is kleiner dan de minimummaat die is gesteld;
- Soms gooien vissers bepaalde maten vis terug, omdat andere maten interessanter zijn (die meer geld opbrengen, zeker bij een knellend quotum). Dit wordt high-grading genoemd, en is verboden.
Vangst, bijvangst en discards
Vis die wordt meegenomen om opgegeten te worden (hetzij via de markt, hetzij voor eigen gebruik), zijn dus geen discards. In Nederland is nog wel eens verwarring over de term ‘bijvangst’, zoals te zien is in onderstaande video.
Voor vissers valt de vangst op te delen in de volgende drie categorieën:
- Doelsoorten (waar ze op uit zijn tijdens het vissen);
- Bijvangst (vis die ze bijvangen tijdens het vissen op doelsoorten, maar die ze ook graag willen vangen); en
- Discards/ongewenste bijvangst (zie beschrijving hierboven).
Onderstaand plaatje laat een vangst zien van een visser, uitgesplitst in doelsoort (bv. schol & tong), bijvangst (bv. tarbot, griet) en discards/ongewenste bijvangst (bv. ondermaatste vis & benthos).
De term ‘bijvangst’ wordt nog wel eens gebruikt als synoniem voor discards, maar dit is dus onjuist. In 2018 maakte het televisieprogramma Keuringsdienst van Waarde een item over bijvangst en deze aflevering is via deze link terug te zien.
Regelgeving en markt
Vissers kunnen het vangen van ongewenste vis en bodemdieren niet altijd vermijden. Vissers opereren steeds tussen twee bepalende factoren: regelgeving en de markt. Dit is weergegeven in de afbeelding hieronder. Er zijn regels over hoe ze moeten vissen en consumenten op de markt willen niet alles eten wat vissers vangen.
Wanneer de vissers naar zee gaan, vangen ze afhankelijk van waar en wanneer ze vissen en door de manier waarop hun vistuig en netten zijn ingericht, niet alleen de vis die ze willen vangen (maatse, commerciële doelsoorten), maar ook andere soorten, ondermaatse vis en bodemdieren (zoals bijv. krabben en zeesterren).
Het spreekt vanzelf dat als een visser de vangst mag verkopen en er goed voor betaald wordt, de vangst niet terug zal worden gegooid. Vissers zijn heel goed in het vangen van vis die ze wel willen vangen, daar richten ze zich op. Vis die ze niet willen, vangen ze erbij. Ze willen dat wel vermijden als het kan, maar als het vermijden ten koste gaat van de vis die ze willen, vinden ze dat een probleem.