VisPluisVrij

Vispluis, ook wel ‘pluis’ genoemd, is de naam die gebruikt wordt voor de oranje of blauwe plastic draadjes die in trossen onder visnetten uit de bodemvisserij (o.a. schol, tong en garnaal) geplaatst worden. De trossen plastic draden werken hierbij als een buffer tussen de bodem en het net, waardoor het net beschermd wordt tegen slijtage.

Een visnet met oranje pluisdraden. Bron: Wouter Jan Strietman

Omdat vispluis bestaat uit dunne plastic draden, kan dit door schuring over de zeebodem echter makkelijk afbreken. Als gevolg hiervan komen er jaarlijks veel pluisdraden in zee terecht. Pluis is gemaakt van polyethyleen, een type plastic. Dit betekent dat pluis niet biologisch kan worden afgebroken.

Het nadeel van vispluis

Helaas kent pluis ook nadelen. Zo komt een deel van het pluis door slijtage en tijdens onderhoudswerkzaamheden in zee terecht. Komt pluis in zee, dan breekt dat biologisch niet af. Pluisdraadjes kunnen een risico opleveren voor de scheepvaartveiligheid, bijvoorbeeld als pluis terecht komt in een scheepsschroef. Daarnaast kost het ook veel tijd om losse pluisdraden te verwijderen uit visnetten en andere plekken op het schip.

Blauw vispluis aangespoeld op het strand. Bron: Wouter Jan Strietman

Vogels en andere zeedieren kunnen verstrikt raken in het pluis en het draagt ook bij aan de vervuiling van stranden. Daarnaast valt pluis op den duur uiteen in steeds kleinere stukjes. De effecten van deze zogenaamde microplastics op de gezondheid van mensen en dieren worden momenteel onderzocht.  

Een paar Jan-van-genten met pluis op Helgoland. Bron: Nico van der Wielen

Visserij en pluis

Vooral in Europa rondom de Noordzee, het Kanaal, de Ierse Zee en de Golf van Biskaje wordt pluis gebruikt. Het grootste deel wordt gebruikt door de Nederlandse en Belgische bodemvisserij op tong, schol en garnalen. Geschat is dat in Nederland jaarlijks in totaal 100-200 ton pluis aan netten wordt bevestigd. Pluis is vanuit de Nederlandse visserij ook de voornaamste bron van plastic in het milieu. Er wordt geschat dat 50% tijdens activiteiten op zee wordt verloren; 25% door slijtage en 25% tijdens onderhoudswerkzaamheden aan de netten. Dit komt neer op 50-100 ton pluis dat per jaar in zee verdwijnt. Dit is hier terug te lezen in het onderzoeksrapport van Tauw.

Onderhoud aan het vispluis aan boord. Bron: Wouter Jan Strietman

Afhankelijk van het type visserij en het type zeebodem is er pluis nodig. Als er sprake is van veel slijtage, door het vissen in gebieden met een steenachtige zeebodem, dan is er meer netbescherming nodig. In gebieden waar de slijtage minder is, zoals gebieden met zand en klei, wordt minder pluis gebruikt.

Hoe pluis in zeewater terechtkomt

Een pluisstreng die aan het net bevestigd wordt bestaat uit 750 individuele pluisdraadjes. Gedurende de eerste weken kan ongeveer 10-25% van de hoeveelheid pluisdraadjes wegslijten, zoals in dit rapport valt te lezen. Tegelijkertijd zal ook een deel van deze draadjes met elkaar verklitten, waardoor er een in elkaar verweven dekking van pluis ontstaat. Dit werkt als een beschermende laag tegen slijtage. Vanaf het moment dat er verklitting optreedt zullen er minder pluisdraadjes loskomen, maar verliest het pluis ook zijn flexibiliteit. Ook zorgen de in elkaar verklitte draadjes ervoor dat er zand en kleine steentjes in het pluis blijven vastzitten, wat het net ongewenst zwaarder maakt. Als dit gebeurt wordt het pluis losgesneden en vervangen.

Pluis na een aantal weken gebruik. Bron: Wouter Jan Strietman

Dat er jaarlijks vele kilo’s pluis in zee terechtkomen wordt bevestigd door de gegevens van de officiële strandafvalmonitoring die op Europese stranden plaatsvindt. Pluis is op stranden rondom de Noordzee qua aantal één van de meest gevonden afval items. Volgens het strandafvalonderzoek van Rijkswaterstaat is netmateriaal (stukken net, touw en pluis) het meest gevonden afval item op niet-toeristische stranden: gemiddeld spoelen er per 100 meter strand 142 stukjes netmateriaal aan. Het is dus zaak om hier verbetering in aan te brengen. Gelukkig laten de tellingen ook een dalende trend zien van de hoeveelheid stukken net, touw en vispluis op het strand in de periode 2013-2018. Dit is mede door de stappen die genomen zijn door de visserij in de verbetering van afvalmanagement aan boord en in de havens. Daarnaast zijn de afvalfaciliteiten in verschillende visserijhavens verbeterd.

Het VisPluisVrij project

De noodzaak om aan oplossingen te werken was in 2013 de aanleiding om vanuit verschillende organisaties de handen ineen te slaan en binnen het project VisPluisVrij samen te werken aan oplossingen. Hierin werken VisNed, Stichting De Noordzee, Rijkswaterstaat, het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit samen onder begeleiding van Wing en later Wageningen Economic Research.

Meerdere partijen werken samen binnen VisPluisvrij om te komen tot een alternatief. Bron: Wouter Jan Strietman

Gedurende het project hebben allerlei vissers, materiaalproducenten, onderzoekers en andere partijen hun expertise en medewerking verleend, in het bijzonder de bemanningen van verschillende kotters, Visserij- Innovatiecentrum Zuidwest, Senbis, Modified Materials, Ymuiden Stores, Peter Koning en Herikon.

Drie oplossingsrichtingen

Binnen het VisPluisVrij project is de afgelopen jaren gewerkt aan de aanpak van de belangrijkste oorzaken van pluis in zee: slijtage gedurende het vissen en het afvalbeheer aan boord van schepen. Dit resulteerde in drie speerpunten:

  1. Het ontwikkelen van alternatieve materialen en alternatieve vormen van netbescherming.
  2. Het ontwikkelen van alternatieve netontwerpen die gericht zijn op het liften van het net, waardoor er minder bodemcontact plaatsvindt.
  3. Het verbeteren van afvalbeheer aan boord van schepen.
Hier kijkt men naar het gebruik van pluis aan boord. Bron: Wouter Jan Strietman

Het ontwikkelen van alternatieve materialen en netbescherming

Het eerste speerpunt binnen het VisPluisVrij project is het ontwikkelen van alternatieve materialen die slijtvaster zijn of afbreekbaar zijn in zeewater. Dit kunnen zowel alternatieven zijn die er hetzelfde uitzien als pluis (draadvorm) of een ander ontwerp hebben (flappen, stroken of andere vormen van netbescherming). Daarbij is ook gekeken naar de kosten van dergelijke alternatieven en de mate waarin ze praktisch en veilig zijn in het gebruik.

De test materialen worden kritisch bekeken. Bron: Wouter Jan Strietman

Binnen VisPluisVrij heeft kennisuitwisseling en innovatie sinds de start van het project centraal gestaan. VisPluisVrij heeft daarbij gediend als platform voor bedrijven, individuen en organisaties om ideeën uit te wisselen en alternatieven (door) te ontwikkelen tijdens tests in de praktijk. Hiervoor heeft VisPluisVrij in samenwerking met het Visserij-Innovatiecentrum Zuidwest en de bemanningen van diverse vissersschepen (FD281, GO48 en TH10) de mogelijkheid geboden om tests te laten uitvoeren met kansrijke materialen en ontwerpen, de aanpak en resultaten gezamenlijk te bespreken en de meest kansrijke ideeën verder te ontwikkelen.

Op basis van de tests is duidelijk geworden welk type materialen en ontwerpen wél en welke minder geschikt zijn als alternatief. De conclusies zijn te vinden in onderstaande tabel.

Tabel van de gevonden conclusies op het gebied van alternatief materiaal. Bron: VisPluisVrij
Hoe nu verder?

Uit de tests blijkt dat er niet één materiaal is dat al het pluis kan vervangen. Dit komt omdat er verschillende typen visserij en visgronden zijn, die elk hun eigen kenmerken en eisen hebben aan het te gebruiken netbeschermingsmateriaal- en ontwerp. Wat op het ene type zeebodem of visserijtype wel werkt, hoeft niet te werken bij een ander type. Zo leveren stenige gronden een hogere slijtage op dan zandige gronden. Op zandige gronden worden qua alternatieve materialen inmiddels al jakleer (zie onderstaande video en foto) en fietsbanden ingezet.

Het “biopluis” lijkt hiervoor, maar mogelijk ook voor stenige gronden, een veelbelovend en betaalbaar alternatief en wordt in een pilot verder getest. De resultaten van deze pilot volgen in 2020. Tot het moment dat er effectieve alternatieven in beeld zijn die ook goed werken op stenige gronden met hoge slijtage, zal regulier pluis nog nodig zijn.

Het yakleer wordt inmiddels toegepast in de praktijk. Bron: Dirk Kraak

Het ontwikkelen van alternatieve netontwerpen

Het tweede speerpunt binnen het VisPluisVrij project is het ontwikkelen van alternatieve netontwerpen waarbij het net gelift wordt en minder contact heeft met de bodem (en daarmee minder slijtage aan het net/pluis). Samen met nettenexperts en vissers is deze gedachte verder uitgewerkt tot enkele kansrijke ideeën die mogelijk getest kunnen worden in de toekomst.

Het verbeteren van afvalbeheer

Het derde speerpunt binnen het VisPluisVrij project is verbeterd afvalbeheer ten aanzien van pluis aan boord. Hierbij ligt de focus op bewustwording  van de bemanning in combinatie met goede opslagmogelijkheden aan boord. Binnen de ‘Green Deal Visserij Voor Een Schone Zee’ zetten diverse organisaties, vissers en havens zich in om het afvalbeheer aan boord en in visserijhavens verder te verbeteren, inclusief de inzameling en verwerking van pluis. Hierin zijn de afgelopen jaren goede stappen gezet.

Pluisafval in een container. Bron: Wouter Jan Strietman

Wil je informatie over de activiteiten in het VispluisVrij project napluizen? Alle rapportages zijn hieronder te downloaden.