In discussies over beschermde gebieden brengen vissers vaak de scholbox ter sprake als voorbeeld voor het niet functioneren van beschermde gebieden in de praktijk. Hieronder is een filmpje te zien waarin drie Urker vissers vertellen hoe het visserijbeleid en de scholvisserij in hun tijd eruit zag en wat er is veranderd. Ze behandelen ook nog kort het thema beschermde gebieden en de scholbox (vanaf minuut 2:32 tot 3:35).
Wat is de scholbox?
In 1989 werd er besloten om de kraamkamers van schol te sluiten voor grote kotters (>300 pk) om de hoeveelheid bijvangst van ondermaatse schol terug te dringen. Dit voor grote kotters gesloten gebied noemde men de scholbox. Het gebied had een oppervlakte van 42.000 km2, waarvan 24.000 km2 binnen de 12-mijlszone ligt. Hieronder zie je een kaart van de scholbox.
Dit gebied werd dus voor grote kotters gesloten als visserijbeheersmaatregel. Zowel vissers en onderzoekers zagen hier voordelen in. De verwachting was dat de hoeveelheid ondermaatse schol die bijgevangen werd door de boomkorvloot omlaag zou gaan door het sluiten van de scholbox voor grote kotters. Hierdoor zou de jonge schol een grotere kans hebben om op te groeien, waardoor de hoeveelheid maatse schol en daarmee de scholvangsten uiteindelijk zouden toenemen.
In de praktijk
Helaas gebeurde het tegenovergestelde, de hoeveelheid schol en de scholvangsten namen af in de Noordzee. De steun voor de scholbox vanuit de visserij verdween hierdoor. Inmiddels staat het scholbestand in de Noordzee er goed voor (zie onderstaande grafiek). De scholstand in de scholbox blijft daarentegen laag en hierdoor mist de scholbox het beoogde doel.
Onduidelijkheid
Tot op de dag van vandaag blijft er veel onduidelijkheid bestaan over de scholbox. De belangrijkste veranderingen die plaats hebben gevonden na de oprichting van de scholbox zijn:
- een afname in groeisnelheid van jonge schol; en
- verplaatsing van jonge schol uit de scholbox naar diepere/koelere wateren in de Noordzee.
Hieronder zullen we de belangrijkste ontwikkelingen sinds de oprichting van de scholbox bespreken en tot slot bespreken welke lessen uit dit voorbeeld zijn te halen.
Visserij in de scholbox
In 1989 werd de scholbox opgericht met instemming van visserijbiologen, vissers en beleidsmakers. NGO’s waren niet betrokken in de eerste fases van oprichting van de scholbox. Aanvankelijk was de scholbox alleen gesloten voor grotere kotters (>300 pk) tijdens het tweede en derde kwartaal van het jaar. In 1994 besloot men de scholbox ook in het vierde kwartaal te sluiten. Dit kwam doordat men enorme pieken zag in de visserij-inspanning van grote kotters binnen de scholbox tijdens de geopende periodes. Uiteindelijk werd in 1995 besloten om de scholbox jaarrond te sluiten voor grote kotters. Kleinere kotters (<300 pk) mochten wel het hele jaar in de scholbox blijven vissen.
Tussen 1995 en 2008 zijn alle vormen van visserij qua visserij-intensiteit teruggelopen in de scholbox met uitzondering van de garnalenvisserij. Ook de vangst van tong, schol en kabeljauw liep terug in de scholbox (de vangst van garnaal steeg wel binnen de scholbox). De grote vraag is nu of de afgenomen visbestanden- en vangsten van deze vissoorten in de scholbox worden veroorzaakt door veranderingen in de visserij of door veranderingen in de natuur.
Bodemberoering
Veel vissers wijten de afname voornamelijk aan de verminderde bodemberoering binnen de scholbox. Veel vissers zijn van mening dat het omwoelen van de zeebodem ervoor zorgt dat er meer voedsel beschikbaar is voor schol. Ze vergelijken het met vogels die afkomen op geploegde akkers om zich te voeden. Door de verminderde bodemberoering binnen de scholbox nam het aantal prooidieren voor platvis af. Dit zou een nadelig effect op de groeisnelheid van de jonge platvis, waardoor de platvisbestanden in de scholbox afnamen.
Alhoewel er onderzoekers zijn die dit verhaal bevestigen, zijn er ook onderzoeken die beweren dat trawlen een nadelig effect heeft op de conditie van de vis. Onderzoek naar de scholbox ontkent noch bevestigt dat de afname in bodemberoering verantwoordelijk is geweest voor de afname van het scholbestand- en vangsten in de scholbox. Men heeft het vermoeden dat de afname in bodemberoering binnen de scholbox niet de belangrijkste reden is geweest voor de afname van prooidieren. Vergelijkbare trends zijn ook buiten de scholbox waargenomen. Het is waarschijnlijker dat veranderingen in de natuur de belangrijkste rol spelen in de afname van prooidieren en platvissen in de scholbox.
Veranderingen in de natuur
Sinds de oprichting van de scholbox hebben er een aantal belangrijke veranderingen plaatsgevonden in de natuur. Zo is de temperatuur gestegen, zowel tijdens de zomer en de winter. Daarnaast is het aantal nutriënten, zoals fosfaat en nitraat, afgenomen. Deze nutriënten zijn heel belangrijk voor de productie van fytoplankton, de basis van al het leven in zee.
Ook is de hoeveelheid prooidieren van de platvis sinds midden jaren ’80 afgenomen, zowel binnen als buiten de scholbox. Daarentegen zijn het aantal Noordzeekrabben (Cancer pagurus) en gewone zeesterren (Asterias rubens) sinds midden jaren ’90 toegenomen in de scholbox. Een toename van deze soorten is te verklaren door de afgenomen visserij-intensiteit met de boomkor in de scholbox. De boomkor kan namelijk schadelijke effecten hebben op deze soorten. Het is onbekend of de toename van de Noordzeekrab en de gewone zeester in de scholbox ervoor heeft gezorgd dat er minder prooidieren voor de platvis beschikbaar zijn.
Conclusie
Alhoewel de visserij-intensiteit binnen de scholbox sterk is afgenomen sinds 1989, is het heel aannemelijk dat dit niet de belangrijkste oorzaak is voor de waargenomen veranderingen (dit was afname in groeisnelheid van jonge schol; en verplaatsing van jonge schol uit de scholbox naar diepere/koelere wateren). Deze ontwikkelingen zijn namelijk ook te zien in gebieden buiten de scholbox. Veranderingen in de natuur, zoals de gestegen temperatuur en de afname van nutriënten (en daarmee de fytoplankton productie) in zee zijn waarschijnlijk belangrijker geweest voor de afname van platvis in de scholbox.
Belangrijke lessen
De scholbox komt vaak ter sprake in discussies over natuurbehoud en beschermde gebieden op zee. Sommige partijen hebben na de oprichting van de scholbox ook natuurbehoudsdoelstellingen voorgesteld voor dit gebied, maar het is belangrijk om te beseffen dat dit nooit het originele doel is geweest van de scholbox. De scholbox is namelijk opgericht met een visserijbeheerdoelstelling. Het beschermen van vissoorten, bodemdieren en leefgebieden is dus niet het oorspronkelijke doel van de scholbox.
Het is ook belangrijk om te beseffen dat de scholbox nooit een volledig gesloten gebied is geweest voor de visserij, maar slechts voor grotere kotters (>300 pk). Hierdoor kun je ook niet verwachten dat de scholbox hetzelfde effect heeft als een volledig gesloten gebied. Ook heeft het verhaal van de scholbox duidelijk laten zien hoe complex de zee is en dat bepaalde maatregelen soms anders uitpakken dan men van tevoren voorspeld heeft.
Het hele verhaal van de scholbox benadrukt nogmaals het belang van:
- een duidelijke doelstelling;
- een goed overzicht van de beginsituatie (hoe zag het gebied eruit voordat het gesloten werd voor de grote kotters);
- een goed monitoringsonderzoek, waarbij je de ontwikkelingen op verschillende gebieden meeneemt (o.a. sociaal-economisch, visserijtechnisch, politiek, ecologisch).
Frustratie
Helaas is dit bij de scholbox niet nauwkeurig genoeg gebeurd. De scholbox schiet nu voor een groot deel voorbij aan het oorspronkelijke doel, want veel van de jonge schol groeit nu op buiten de scholbox. Het handhaven van de scholbox, terwijl de beoogde positieve effecten beperkt zijn, frustreert veel vissers. Dit heeft een negatieve invloed op het vertrouwen van vissers in nieuwe plannen omtrent beschermde gebieden. Het volledige onderzoek waarin men de scholbox heeft geëvalueerd is hier te lezen en het artikel over dit onderzoek in Visserijnieuws hier.